MiGreat hoopt dat spreidingswet voor verkiezingen behandeld wordt
Zolang er geen spreidingswet is, kan een herhaling van de situatie van slapende vluchtelingen in de open lucht bij het Groningse aanmeldcentrum Ter Apel opnieuw voorkomen en daarom is het goed dat de Tweede Kamer de wet behandelt. „We hopen dat Kamerleden zich inzetten voor een werkbare wet”, zegt Roos Ykema, directeur van hulporganisatie MiGreat.
MiGreat zegt blij te zijn met het besluit van de vaste Kamercommissie voor Justitie en Veiligheid. Een meerderheid van de commissie besloot donderdag dat het wetsvoorstel voor een evenwichtige en eerlijke verdeling van asielzoekers over alle gemeenten en provincies niet wordt doorgeschoven naar een nieuw kabinet.
Of de wet ook behandeld kan worden voor de Tweede Kamerverkiezingen van 22 november, is de vraag. De Tweede Kamer moet er dinsdag nog mee instemmen, ondanks de demissionaire status van het kabinet. „De spreidingswet is allesbehalve perfect. Er is al veel kritiek op geweest, onder meer van de Raad van State”, stelt Ykema. Door de val van het kabinet kan de wet wellicht nog beter uitpakken, hoopt MiGreat. „Dan zijn er misschien meer mogelijkheden voor partijen om een meerderheid te vinden met linkse partijen. Dat zou niet verkeerd zijn, want zoals de wet er nu ligt, is deze nog erg ingewikkeld”, zegt Ykema.
MiGreat hoopt dat de wet voor de verkiezingen wordt behandeld. „De opvang van asielzoekers is een plicht”, benadrukt Ykema. Als de wet voor de verkiezingen wordt behandeld, zullen in ieder geval de VVD en de rechtse oppositiepartijen tegen het voorstel stemmen. Bij genoeg stemmen tegen kan de wet opnieuw onderdeel worden van de kabinetsonderhandelingen, verwacht de hulporganisatie. „Dan begint het weer van vooraf aan”, vreest Ykema. „Dan wordt het pas na de formatie, en die heeft bij de vorige verkiezingen erg lang geduurd.”
MiGreat hoopt op een „welwillender kabinet”, maar stelt dat dat „wel heel erg koffiedik kijken is”. „Hoe dan ook moet het kabinet hier iets mee, dat staat in allerlei wetten en verdragen. Maar niemand is verantwoordelijk, dus zitten we in een juridisch vacuüm. Helemaal negeren is vrij onmogelijk, de politiek moet er wat op bedenken”, aldus Ykema.