Berlijn aarzelt met pantserwagens voor Israël
De Duitse regering vindt het een verkeerd moment om nu pantserwagens aan de joodse staat te leveren. Berlijn vreest dat die ze in de bezette gebieden tegen de Palestijnen inzet. De reeds overeengekomen verkoop van honderd pantserwagens van het type Dingo–2 wordt hiermee vertraagd, zo berichtte het Israëlische dagblad Haaretz dinsdag.
Berlijn heeft Israël laten weten dat de verkoop op zich geen probleem is maar voor de levering van de moderne, goed uitgeruste pantserwagens is het nu geen goed moment.
De Israëlische strijdkrachten willen de honderd Dingo’s juist hebben voor patrouilles en invallen in de bezette gebieden. Ze moeten de oudere Amerikaanse M–116 gepantserde personeelsvoertuigen (APC’s) gaan vervangen.
De Verenigde Staten zijn de voornaamste geldschieter van de joodse staat en zijn strijdkrachten. Om de Duitse pantserwagens ter waarde van naar schatting 48 miljoen euro te betalen met geld van de Amerikaanse militaire hulp, wilden de Israëli’s Amerikaanse bedrijven bij de transactie betrekken.
Het Israëlische ministerie van Defensie wist het zo te regelen dat de Duitse fabrikant Krauss Maffei–Wegmann de productie grotendeels zou uitbesteden aan de Amerikaanse firma Textron. Een aantal onderdelen, met name de motor, zou nog wel in Duitsland worden vervaardigd en dan opgestuurd naar Textron in de VS.
Alles leek afgelopen zomer in kannen en kruiken, maar de Duitse bedenkingen belemmeren nu de afronding van de overeenkomst tussen de fabrikant en Textron.