Strijd tegen honger op aarde stagneert
De strijd tegen de honger in de wereld stagneert. Volgens D. Harcharik van de FAO, de voedsel- en landbouworganisatie van de Verenigde Naties, is er meer nodig om het aantal mensen dat onvoldoende te eten heeft, terug te dringen.
De assistent-directeur-generaal van de FAO deed zijn oproep maandag bij de opening van het vijfdaagse congres ”Water for food and ecosystems”, dat Nederland samen met de VN-organisatie in Den Haag houdt. „We boeken op dit moment geen vooruitgang. Er zijn meer mensen ondervoed dan een paar jaar geleden”, zei Harcharik.
De Verenigde Naties hebben zich met de zogenoemde Millennium-afspraken ten doel gesteld dat het aantal mensen in de wereld dat in 2015 honger lijdt, de helft is van het aantal in 2000. De ontwikkeling van de landbouw en toegang tot schoon en veilig drinkwater moeten die ambitie realiseren.
Maar de vaart zit er nog niet echt in, bleek maandag in Den Haag. Rond 852 miljoen mensen waren tussen 2000 en 2002 ondervoed, blijkt uit de laatste tellingen van de FAO. Naar schatting kost dat de landen waar de bevolking honger lijdt, economisch gezien gezamenlijk 500 miljard dollar per jaar.
Water voor landbouw en natuurgebieden moet de weg vrijmaken naar minder ondervoeding en honger in de wereld. Want natuurgebieden zijn niet alleen gebruiker maar vaak ook een belangrijke bron van water.
Kroonprins Willem-Alexander wees bij de opening op het belang van goed watermanagement en landbouw in de strijd tegen honger. Maar ook hij constateerde dat het tempo te laag ligt. „We moeten het tempo opschroeven.” Vooral op lokaal niveau blijft de realisatie van irrigatie- en landbouwontwikkelingsprojecten achter.
Volgens Harcharik gebruiken de Afrikaanse landen nu gezamenlijk 4 procent van het beschikbare water om de akkers te bevloeien. In Azië ligt dat met 17 procent aanmerkelijk hoger. „De opbrengst van geïrrigeerd land is drie keer zo hoog.”
De landen van de Verenigde Naties zullen er harder aan moeten trekken, zo luidde de boodschap in Den Haag. „Anders is het onmogelijk de doelstellingen te halen”, zei de kroonprins.
Minister Veerman van Landbouw pleitte voor het opzetten van ”development partnerships”, waarin de overheid, maatschappelijke organisaties en het bedrijfsleven samen werken aan regionale en lokale projecten.
De komende dagen moeten gebruikt worden om praktische oplossingen en ervaringen uit te wisselen. Aan het congres doen 500 mensen uit 140 landen mee.