Onder de verdachten bevinden zich medewerkers van de bedrijven die de tunnel exploiteren en de Belgische vrachtwagenchauffeur, wiens truck vlam vatte. De Franse justitie beschuldigt de chauffeur ervan zijn brandende Volvo–truck te hebben gestopt en niet te zijn doorgereden naar een parkeerplaats net buiten de tunnel. Ook een vertegenwoordiger van vrachtwagenfabrikant Volvo staat terecht.

In totaal hebben tweehonderd personen of instanties bij de Franse justitie een klacht ingediend, in de hoop op een schadevergoeding. Het proces in Bonneville zal naar verwachting drie maanden duren. Tientallen deskundigen zullen in de rechtszaal verschijnen. De beklaagden kunnen drie jaar celstraf krijgen.

Op 24 maart 1999 was de vrachtwagen midden in de 11,6 kilometer lange tunnel tussen Frankrijk en Italië in brand gevlogen. De meesten van de 39 slachtoffers stikten in de giftige rook en stierven in hun auto. Tijdens de ramp werd vanuit Italiaanse zijde tot overmaat van ramp in plaats van rook weggezogen juist lucht toegevoegd, waardoor het vuur verder kon aanwakkeren.

Een van de gedaagden, de 78–jarige voormalige chef van de Franse tunnelmaatschappij, verscheen wegens een recente beroerte niet voor de rechter.