Christelijke student Korea staat voor moeilijke keuze: schepping of evolutie
Negen op de tien protestantse Zuid-Koreaanse studenten reageert positief op ”Geloof je dat je een redelijk wezen bent, geschapen naar het beeld van God en een afstammeling van Adam, de eerste mens?” Deze opmerkelijke uitslag kent echter flink wat nuances.
Het Zuid-Koreaanse dagblad Korea Daily berichtte woensdag over de opvallende resultaten uit het promotieonderzoek van Kyung-Jun Kim van de World Mission University in Los Angeles bij professor Tae-Doo Kim van de Presbyterian University en Theological Seminary in de Zuid-Koreaanse hoofdstad Seoel.
Kyung-Jun voerde zijn onderzoek vorig jaar uit onder 186 protestantse Koreaanse studenten die net als de promovendus in Amerika verblijven. Van hen krijgt 88 procent les op een openbare school. Hij legde hun vragen voor over de Bijbelse scheppingsleer en de evolutietheorie.
Uit de respons blijkt dat ze hun identiteit als mens vooral ontlenen aan de Bijbel. Maar hun antwoorden op vragen over schepping en evolutie laten meer variatie zien. Zo staat de helft van de studenten (45,7 procent) niet negatief ten opzichte van de stelling ”de evolutietheorie is wetenschappelijk, het creationisme is een onwetenschappelijke religieuze mythe”. Van hen reageert grofweg twee derde neutraal, een derde positief.
Bovennatuurlijk plan
Op meerdere vragen reageren de studenten vooral met ”neutraal”. Zo geeft 44,6 procent van de respondenten een neutraal oordeel op de stelling dat tussenfossielen niet bestaan „omdat levende wezens naar hun aard zijn geschapen door een bovennatuurlijk plan van God?” Op de stelling ”Het fossielenbestand toont aan dat alle levende wezens van vandaag een gemeenschappelijke voorouder delen in een ver verleden” reageert 42,4 procent van de respondenten neutraal.
Soms reageert de meerderheid van de respondenten in het voordeel van de evolutietheorie. Zo meent meer dan de helft van de respondenten (57,6 procent) dat homologe organen (zoals vleermuisvleugels, menselijke armen en voorvinnen van walvissen, die er verschillend uitzien en functioneren, maar vergelijkbare skeletstructuren hebben) bewijs zijn voor evolutie.
Zorgwekkend
De promovendus noemt het in de Korea Daily „zorgwekkend” dat zoveel studenten op twee gedachten hinken. In het algemeen zijn de meesten tegen de evolutietheorie, maar er is een verschuiving gaande: ze zijn het bijna twee keer zo vaak eens met de evolutietheorie als de generatie van hun ouders. „Dit is het resultaat van gebrekkige voorlichting over de scheppingsleer.”
De tieners lopen dan ook geregeld aan tegen verschillen in het onderwijs op school en in de kerk. In de kerk krijgen ze de scheppingsleer onderwezen, op hun Amerikaanse school de evolutietheorie. Op de vraag ”Heb je ooit verwarring ervaren tussen het creationisme en de waarden uit de Bijbel toen je op school les over evolutie kreeg?” reageert de helft bevestigend.
Waardenconflict
Tieners die een conflict tussen kerk en school ervaren, negeren dit (31,5 procent) of ze zien beide als gescheiden werelden (41,3%). Kyung-Jun concludeert dat „hoe meer je het eens bent met de inhoud van de evolutietheorie, hoe meer je in verwarring raakt door het waardenconflict tussen kerk en school.”
Het baart de promovendus zorgen. Hij ziet hier een taak liggen voor de christelijke wereld om hiermee om te gaan. „Meer onderzoek en tegenmaatregelen zijn dringend nodig.” Hij erkent tegelijk dat dit nogal wat haken en ogen heeft. Predikanten hebben het vaak veel te druk. Daardoor is het voor hen „vrijwel onmogelijk” om zich te verdiepen in de argumenten van het creationisme en het evolutionisme.
Creationisme
Hoewel de letterlijke interpretatie van de scheppingsgeschiedenis ook zijn beperkingen kent, is het wel zaak deze te onderzoeken, omdat met de eerste hoofdstukken van Genesis het christendom valt of staat. „Gewetensvolle experts op het gebied van de wetenschap zouden zich hierin moeten verdiepen. Zij zouden een routekaart moeten maken voor die voorgangers moet helpen bij het onderwijs in het creationisme.”
Daarnaast ziet Kyung-Jun een rol weggelegd voor de ouders. „Het is onredelijk om al het religieuze onderwijs van de kinderen, vooral op het gebied van de schepping, toe te vertrouwen aan een kerk, die maar een paar uur per week samenkomt. We moeten hen onderwijzen in het wetenschappelijke creationisme.”