Ds. De Wit op Haamstedeconferentie: Waarom Kaleb ”hond” heet en in de schaduw van Jozua staat
„Jozua werd leider en Kaleb stond in de schaduw. Hij was tevreden om een knecht van God te zijn, zoals hij in Numeri 14 werd genoemd. Is dat niet genoeg, broeders? Dat je een knecht bent van God, op de plaats waar God je heeft gesteld?” Dat zei ds. L. de Wit dinsdag op de tweede dag van de Haamstedeconferentie in Elspeet.
De predikant van de hervormde gemeente te Ede sprak over Jozua en de verdeling van het land: ”Kaleb in de schaduw van Jozua”.
De naam Kaleb betekent hond, zo legde ds. De Wit uit. „Daar ging deze man mee door het leven. Jozua heette eerste Hosea, wat redding betekent. Daarna wordt hij Jozua genoemd: de Heere redt. Kaleb krijgt geen andere naam.”
Kaleb was een Keniziet. Sommige uitleggers denken dat hij een nakomeling van Ezau was en werd opgenomen in het Joodse volk, zoals wel vaker gebeurde. Toch denkt de predikant niet dat dat hier ook geldt: „In 1 Kronieken blijkt dat Kaleb een achter- achterkleinzoon van Juda was.”
Erfdeel
Kaleb was al op hoge leeftijd gekomen, zei ds. De Wit, verwijzend naar Jozua 14. „Hij straalt daar nog een en al kracht uit. Kaleb, misschien de oudste verspieder, stelt dat hij nog even sterk is als 45 jaar geleden. De stammen wachten op de toewijzing van het erfdeel. Kaleb is er als eerste bij om een stukje van het land op te eisen. Als we hem niet zouden kennen, zouden we bedenkelijk naar zijn karakter kunnen kijken. Kaleb, zou je niet eens op je beurt wachten? Het gaat om het land van God, komt je dat wel op deze manier toe?”
De verdeling van het land ligt niet alleen bij Jozua, ook de priester Eleazer en de oudsten van het volk denken hierin mee, legde ds. De Wit uit. „Als God mensen inschakelt in Zijn wijngaard, dan zijn er meerdere mensen betrokken bij de taken die Hij geeft. Zij zijn er door God toe geroepen. Broeders, wie denkt niet terug aan de dag van zijn bevestiging? Ben je wettig door God geroepen? Kaleb was geroepen. Zouden wij in de dienst kunnen staan op eigen initiatief? Kaleb heeft die niet eigenmachtig naar zich toegetrokken.”
Als op Gods gezag het land wordt verdeeld, blijkt dat niet de mensen de dienst uitmaken, maar God. „Alles wat in het boek Jozua gebeurt, is omdat God dat tot Mozes heeft gesproken. Ten diepste is het de Heere Zelf Die het land uitdeelt; de mensen zijn een instrument in Zijn hand.”
Onderonsje
Niet iedere stam was even groot, blijkt uit de Bijbel. Juda was de grootste stam. „Dan blijkt de wijsheid van God. Als wij het land hadden moeten verdelen, was het ruzie geworden. Zo gaat dat onder mensen. God verdeelt het op zo’n manier, dat Hij rekening houdt met de hoeveelheid mensen. God is een God van orde, recht en gerechtigheid”, stelde de predikant.
Kaleb had in een onderonsje met Jozua wat kunnen regelen met betrekking tot de verdeling van het land, maar hij deed dat niet. Ds. De Wit: „Kaleb vraagt in het openbaar om een stuk grond, in het bijzijn van de oudsten. Kaleb staat in de schaduw van Jozua. Zijn naam is 45 jaar niet genoemd. Hij was een van de twaalf verspieders en een van de twee die een goed gerucht spraken. Jozua werd leider, Kaleb stond in de schaduw. Toch lees ik nergens van jaloezie. Hij was tevreden om een knecht van God te zijn.”
De vraag van Kaleb is „diep indrukwekkend”, stelde de predikant. „Hij wil het stuk land waar eerder de Enakskinderen woonden. Wat Kaleb 45 jaar geloofde, is nog steeds actueel. Mogelijk kun je worstelen met je roeping, met tegenstand, ongeloof of met wat mensen om je heen zeggen. Ga dan bij het Woord te rade. Lees hoe de geloofshelden in het Oude Testament hun vertrouwen op God stelden.”