Saudi-Arabië koopt voetballers alsof het luxeproducten zijn
We moeten het even over topsport hebben. Over voetbal, om precies te zijn. Want het kan zomaar zijn dat het laatste transfernieuws u is ontgaan – ik zal het u niet kwalijk nemen. Toch is dat ditmaal van belang.
Wat is er aan de hand? Saudi-Arabië koopt steeds meer voetballers van wereldklasse op, alsof het luxeproducten zijn. Het kwam allemaal in een stroomversnelling met Cristiano Ronaldo, die begin dit jaar naar de tot dan toe onbekende club Al-Nasr verhuisde waar hij een slordige 200 miljoen euro per jaar verdient.
Daarna ging het snel. Voetballers als Karim Benzema, Kalidou Koulibaly en Ngolo Kanté volgden in het spoor van Ronaldo. Daar waren honderden miljoenen mee gemoeid. In één geval, dat van de Franse voetballer Kylian Mbappé, had Saudi-Arabië er zelfs een miljard euro voor over om de speler binnenboord te krijgen – wat overigens mislukte, Mbappé wilde niet.
Het toont aan dat Saudi-Arabië ontzettend graag op hoog niveau mee wil doen in de sportwereld. Voetbal staat daarbij bovenaan, maar ook op andere gebieden heeft het land met oliegeld aanzien gekocht, vooral in de Formule 1, de hoogste klasse in de autosport.
Al het geld daarvoor komt uit een enorm investeringsfonds, elk jaar gevuld met 700 miljard. Dat geld is bedoeld om Saudi-Arabië in een razende vaart de toekomst in te trekken. Dat lukt heel aardig. Op heel veel vlakken is het land in nog geen tien jaar onherkenbaar veranderd. Vrouwen mogen autorijden, bioscopen zijn geopend, kledingregels versoepeld, het toerisme heeft een impuls gekregen, er worden hypermoderne steden gebouwd, enzovoorts. Naar verluidt is, speciaal voor de samenwonende Ronaldo, zelfs de wet omgebogen die ongetrouwde stellen verbiedt om samen te leven.
Het is onmiskenbaar: het land moderniseert supersnel. Maar wat veel mensen niet zien, is dat die modernisering maar één kant van de medaille is. De andere kant is dat Saudi-Arabië alléén moderniseert op de manier die de kroonprins wil. De wil van Mohammed bin Salman, zoon van de oude en gebrekkige koning Salman, is wet. Meer dan ooit. Als hij in zijn wijsheid een oorlog met Jemen begint –zoals in 2015– kan niemand daar iets tegen doen. Als hij dissidenten achter de tralies zet –zoals doorlopend gebeurt– kunnen ze zich daar niet tegen verweren. Als zijn leger aan de grens met harde hand asielzoekers terugstuurt of zelfs doodschiet –zoals deze zomer bekend werd– is er nergens een adres waar deze mensen hun recht kunnen halen.
Dit is het nieuwe Saudi-Arabië. Inderdaad, opener en moderner dan tevoren. Maar tegelijkertijd autoritairder en wreder dan tevoren. Dat lijkt een onmogelijke combinatie, maar in Riyad bewijzen ze elke dag dat het mogelijk is.