BinnenlandIntegratie

Hoe een vluchteling werk vindt

In landen als Syrië, Iran en Turkije volgden ze een opleiding en hadden ze soms vele jaren een goede baan. Eenmaal in Nederland is het voor vluchtelingen vaak niet eenvoudig om werk te vinden. Stichting voor Vluchteling-Studenten UAF behartigt al 75 jaar de belangen van gevluchte studenten en professionals, en begeleidt hen op weg naar een studie of baan. Drie portretten.

26 August 2023 16:05Gewijzigd op 30 August 2023 10:39
Alee Al Rifaie vluchtte in 2018 uit Syrië. beeld RD, Anton Dommerholt
Alee Al Rifaie vluchtte in 2018 uit Syrië. beeld RD, Anton Dommerholt

„Vijf jaar werkervaring, maar wel in een ander land”

„Ik ben opgegroeid in de Oezbeekse hoofdstad Tasjkent. In Rusland heb ik mijn masterstudie op het gebied van belastingheffing gedaan. Daarna heb ik vijf jaar als belastingadviseur gewerkt, vier jaar in Oezbekistan en een jaar in Kazachstan. Ik was druk met carrière maken.

In 2018 ben ik naar Nederland gevlucht. Om politieke redenen, daar wil ik het bij houden. In 2020 kreeg ik een verblijfsvergunning. Vanaf dat moment kon ik mijn leven hier gaan opbouwen.

In het azc in Heerlen kreeg ik de eerste taallessen, van een vrijwilliger. Intussen was ik ook zelf bezig om Nederlandse woorden te leren. In 2021 ben ik naar Maastricht verhuisd. Ik begon een taalcursus aan de Maastricht Universiteit. In november van dat jaar haalde ik mijn diploma Nederlands als tweede taal.

De universiteit erkende mijn Russische master, maar omdat belastingheffing een heel specifiek vakgebied is, kun je de kennis uit het ene land niet zomaar toepassen in het andere land. Het Nederlandse stelsel is totaal anders dan dat in Rusland of Oezbekistan. Daarom heb ik in Maastricht de pre-master en master fiscale economie gedaan, gedeeltelijk in het Nederlands en gedeeltelijk in het Engels. Ik vond het belangrijk om daar tijd in te investeren. Pas daarna voelde ik me zeker genoeg om de arbeidsmarkt op te gaan.

Vanaf maart 2021 hielp het UAF me om de juiste stappen te zetten. Het UAF wees me bijvoorbeeld op een organisatie waar ik een beurs kon aanvragen om mijn tweejarige studie te kunnen betalen. Ook kreeg ik mentale steun. Toen ik een examen een keer niet had gehaald, zei mijn begeleider: „Dat is niet erg, het komt goed.”

19592616.JPG
Viktoriya Nadejdina, gevlucht uit Oezbekistan: „Tussen mijn aankomst in Nederland en mijn eerste baan hier zit precies vijf jaar.” beeld Jean-Pierre Geusens

In juli ben ik afgestudeerd. Al voordat ik klaar was, begon ik met solliciteren. Mijn trajectbegeleider bij het UAF hielp me bij het opstellen van mijn cv en het schrijven van een sollicitatiebrief. Daardoor wist ik zeker dat er geen typefouten in stonden. Dat gaf me extra zekerheid.

Ik heb een aantal keren gesolliciteerd. Dat vond ik heel spannend. Ik ben geen starter op de arbeidsmarkt, want ik heb al vijf jaar werkervaring, maar wel in een ander land. Ik vroeg me af: wordt mijn ervaring geaccepteerd en gewaardeerd of ziet een bedrijf me gewoon als een student die net klaar is met de studie? Ik vond het belangrijk dat mijn ervaring niet in de prullenbak gegooid zou worden, maar sommige managers twijfelden toch aan de waarde ervan.

Dit was niet het geval bij PwC, waar ik per september ben aangenomen als associate consultancy. Ik ben heel blij dat ik daar mijn carrière kan voortzetten. Ik ga werken in een team dat zich vooral richt op het begeleiden van middelgrote bedrijven, zowel Nederlandse als internationale.

In de basis zal het werk vergelijkbaar zijn met wat ik eerder in Oezbekistan en Kazachstan heb gedaan, verwacht ik, maar ik moet het in de praktijk gaan ontdekken. Mijn eerste indruk is dat er hier veel meer aandacht is voor het welzijn van werknemers dan in Oezbekistan. Ik merkte dat tijdens sollicitaties en hoorde het ook van medestudenten.

Tussen mijn aankomst in Nederland en mijn eerste baan hier zit precies vijf jaar. Dat is best een lange tijd, maar ik wil het geen verloren tijd noemen. Ik zie die jaren als een noodzakelijke investering in mijn toekomst. Ik heb veel zin om bij PwC aan de slag te gaan en wil me zowel persoonlijk als zakelijk verder blijven ontwikkelen.”


„Wiskunde geven is geen probleem, het lastigste blijft de taal”

„In Turkije, waar ik als Koerd ben geboren en opgegroeid, heb ik vier jaar voor dierenarts gestudeerd. Tijdens die studie ontdekte ik dat ik vooral graag met mensen omga, anderen wil helpen of hun iets wil leren. Daarom besloot ik uiteindelijk docent te worden. Omdat het in Turkije niet mogelijk was om een andere studie te gaan volgen, ben ik naar Rusland verhuisd. Ik heb daar zes jaar gewoond en wiskunde en informatica gestudeerd.

Intussen kwam ik in aanraking met de Turkse Gülenbeweging, waarvoor ik vrijwilligerswerk ging doen. Deze beweging vroeg me om docent te worden in Liberia om ook daar als vrijwilliger actief te zijn. In 2010 ging ik in het Afrikaanse land aan de slag als wiskundedocent. Daarnaast werd ik als vrijwilliger directeur van een centrum voor interculturele en interreligieuze dialoog van de Gülenisten, waar onder anderen imams en pastors met elkaar in gesprek gingen.

Na een jaar ben ik getrouwd. In 2016 verliep het Turkse paspoort van mijn vrouw. Omdat we bij de Gülenisten horen en vanwege recente politieke ontwikkelingen in Turkije kon ze dit niet laten vernieuwen. Uiteindelijk moesten we weg uit Liberia, maar we konden niet terug naar Turkije. In 2017 zijn we naar Nederland gevlucht, mede omdat ons te vroeg geboren dochtertje goede medische zorg nodig had. We verwachtten dat ze die hier kon krijgen.

Begin 2018 ontvingen we een verblijfsvergunning. Een maand later verhuisden we naar een woning in Vlaardingen. In het begin was ik druk met het leren van de Nederlandse taal. Met mijn diploma en ervaring wilde ik graag weer docent worden. Op een school in de buurt vroeg ik of ik vrijwillig stage mocht lopen om kennis te maken met het Nederlandse onderwijs. Dat heb ik bijna een jaar gedaan.

19592620.JPG
Ali Kaya is wiskundedocent op een school in Rotterdam. „Ik wil mijn Nederlands blijven verbeteren en mezelf als docent blijven ontwikkelen.” beeld Cees van der Wal

Bij VluchtelingenWerk hoorde ik over ”Statushouders voor de klas”, een project van het UAF en de Hogeschool Rotterdam. Ik heb me daarvoor aangemeld. De eerste zes maanden had ik nodig om mijn Nederlandse taal op een hoger niveau te brengen. Daarna volgde ik lessen aan de Hogeschool Rotterdam, over de Nederlandse schoolcultuur en pedagogiek. Hoe sta je bijvoorbeeld op een goede manier als docent voor de klas? Ook liep ik een jaar stage op de Montessori Mavo in Rotterdam.

Het UAF begeleidde het traject, droeg bij aan de reiskosten en de aanschaf van studieboeken. Vorig jaar heb ik het traject afgerond. Ik zag een vacature voor wiskundedocent aan het Rudolf Steiner College in Rotterdam, solliciteerde en werd aangenomen. In september 2022 ben ik begonnen in de eerste twee klassen. Komend seizoen geef ik ook les in de derde. Ik heb het geluk om op een goede school in de regio te werken.

Wiskunde geven is voor mij geen probleem. Het lastigste blijft de Nederlandse taal. Op mijn leeftijd kost het goed leren van een nieuwe taal tijd. Ik heb nog steeds een taalcoach. Hij laat me bijvoorbeeld voorlezen uit een Nederlands boek en corrigeert mijn uitspraak als dat nodig is.

Ik wil mijn Nederlands blijven verbeteren en mezelf als docent blijven ontwikkelen. Een paar weken geleden heb ik mijn Nederlandse paspoort gekregen. Dit land heeft me veel gegeven. Nu wil ik graag iets voor de samenleving betekenen. Daarom doe ik naast mijn baan vrijwilligerswerk bij Stichting Open Hart in Rotterdam. We brengen bijvoorbeeld soep bij ouderen. En mijn vrouw wandelt met mensen in een rolstoel. We willen nuttige Nederlanders zijn.”


„Studie in Syrië net niet afgerond”

„Samen met mijn vrouw en onze dochter van bijna twee jaar woon ik in Oosterbeek, bij Arnhem. Sinds vier maanden werk ik als technisch tekenaar bij Linthorst Techniek in Apeldoorn. Daar ging een lange weg aan vooraf.

Ik ben opgegroeid in de Syrische hoofdstad Damascus. In mijn land studeerde ik watertechniek aan de universiteit. Met die studie kun je makkelijk werk vinden in Syrië en de Golfstaten. In 2018 moest ik nog één semester volgen, toen de overheid de regels veranderde. Vanaf je 27e mocht je niet meer studeren maar moest je het leger in. Om dat te voorkomen, ben ik gevlucht.

Via Turkije en Griekenland kwam ik in Nederland, in het aanmeldcentrum voor asielzoekers in Ter Apel. Daarna heb ik in tien maanden tijd in ongeveer vijf azc’s gewoond. In 2019 kreeg ik een verblijfsvergunning. Het jaar daarna kwam mijn vrouw hierheen voor gezinshereniging.

Om te kunnen studeren en solliciteren, moest ik eerst de Nederlandse taal goed leren. Voor de inburgering is taalniveau A2 genoeg, maar ik ben doorgegaan tot het hogere niveau B2 om te kunnen studeren. Ik wilde aan de Wageningen Universiteit verder gaan met de studie die ik in Syrië bijna had afgerond. Omdat het systeem hier anders is, moest ik bijna alle onderdelen opnieuw doen. Dat zou me bijna vier jaar kosten. Dat vond ik te lang. Daarom ben ik een andere richting ingeslagen.

19592613.JPG
Alee Al Rifaie vluchtte in 2018 uit Syrië. Sinds enkele maanden heeft hij een baan als technisch tekenaar. beeld RD, Anton Dommerholt

Samen met andere vluchtelingen volgde ik een leer-werktraject van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN), een samenwerkingsverband tussen de HAN en bedrijven en instellingen op het gebied van energie (SEECE), en het UAF. We ontvingen voorlichting over de arbeidsmarkt en bezochten bedrijven. Daarbij kreeg ik nuttige informatie over installatietechniek en duurzame energie.

Een van de bedrijven waar we gingen kijken, was Linthorst Techniek in Apeldoorn. Daar was een vacature voor technisch tekenaar. Het leek me een mooie baan. UAF hielp me bij het opstellen van een cv en het maken van een portfolio. Ook kreeg ik lessen over solliciteren in Nederland. Mijn sollicitatie bij Linthorst was de eerste. Ik werd meteen aangenomen.

Vier maanden geleden ben ik er begonnen. In het bedrijf heb ik een begeleider die me met alles helpt, want veel dingen zijn nieuw voor me. Ook bij mijn collega’s kan ik met vragen terecht. De taal is soms nog lastig, vooral vaktaal. Pas ging het over het aansluiten van een trechter, maar ik had geen idee wat dat was. Met Nederlands en Engels kwamen we er niet uit. Uiteindelijk lieten collega’s me via Google een foto van een trechter zien, en toen snapte ik het.

Naast mijn baan –vier dagen in de week– begin ik in september een tweejarige technische deeltijdstudie aan de HAN. Ik doe ook graag vrijwilligerswerk. In Syrië was ik vrijwilliger voor een Arabische variant van het Rode Kruis. Ik bood hulp aan vluchtelingen en daklozen. In Nederland heb ik vanuit een azc vrijwilligerswerk gedaan in een bejaardenhuis. Nu heb ik daar weinig tijd voor. Voorlopig concentreer ik me op studie en werk.

Ook het contact met mijn familie vind ik heel belangrijk. Sommige Nederlanders bezoeken hun familie alleen met Kerst en Nieuwjaar. Dat is in het Midden-Oosten onmogelijk. Ik kom regelmatig bij mijn moeder en jongste broer, die vorig jaar naar Nederland zijn gekomen. Mijn vader is nog in Syrië. Ik ben bezorgd over hem en hoop dat hij snel hierheen kan komen voor gezinshereniging.”


Meer over
Beste van RD

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer