Wetenschap & techniekbreinimplantaat

Computer leest woorden in brein, verlamde kan 'praten'

Met behulp van breinimplantaten kunnen stomme patiënten weer ‘praten’. Dat gaat dankzij nieuwe technieken sneller dan ooit: nu al met zo’n 80 woorden per minuut.

24 August 2023 18:22
beeld AFP, Fred Tanneau
beeld AFP, Fred Tanneau

Twee verschillende Amerikaanse onderzoeksgroepen publiceerden deze week in het wetenschappelijk tijdschrift Nature hun resultaten hierover.

Een breinimplantaat –ook wel brein-computer-interface (BCI)– is een directe verbinding tussen het brein en een computer. Tot op heden konden patiënten met behulp van die technologie vijf tot tien woorden per minuut spreken. Die traagheid maakte gesprekken zeer vermoeiend. Normaal gesproken gebruiken mensen in een gesprek 150 tot 250 woorden per minuut. De techniek maakt nu een grote stap voorwaarts.

In een van de studies werden bij een patiënt –met onverstaanbare spraak door een beroerte– 253 elektroden in haar hersenen geplaatst. Een computer analyseerde de activiteit in haar brein en maakte er zinnen van. Na ongeveer anderhalve week trainen kon ze met een snelheid van 78 woorden per minuut communiceren.

De computer raadde de woorden niet altijd juist. Was de gebruikte woordenschat van de mensen die meededen aan het onderzoek klein –minder dan 120 woorden–, dan ging het in 90 procent van de gevallen goed. Ging het om 125.000 verschillende woorden? Dan steeg het foutpercentage naar bijna 24 procent.

Neurowetenschapper Nick Ramsey van het hersencentrum UMC Utrecht noemde de nieuwe BCI’s bij de NOS „een grote vooruitgang" en „een kantelpunt in de ontwikkeling van BCI-technologie die de communicatie van verlamde mensen probeert te herstellen”.

Prof. dr. Marc de Vries, bijzonder hoogleraar christelijke filosofie aan de TU Delft, is eveneens onder de indruk van de nieuwe ontwikkeling. „Dat dit technisch kan, vind ik bijzonder. Erg mooi ook dat mensen die niet kunnen praten, op deze manier weer kunnen communiceren.” Op het gebied van hersenen en chips is meer gaande, schetst de hoogleraar. Zo zijn er ook al implantaten waarmee mensen met hun gedachten een computermuis of een rolstoel kunnen besturen.

De techniekfilosoof bezint zich als christen voortdurend op de voortschrijdende techniek. „In tweede instantie denk ik dan ook: Hoe zit dit moreel? Is het verantwoord?” Daar zijn volgens hem meerdere dingen van te zeggen.

De aansluiting van een brein op elektroden ziet De Vries niet als problematisch. „Het brein vervoert elektrische stroompjes, net als een computercircuit. Je breidt je hersenen met een breinimplantaat als het ware uit. Zie het als een verlengstuk op het menselijk lichaam. In die zin is het niet veel anders dan een prothese bij het missen van een arm of been. In dit geval pikt de computer de signalen op die normaal gesproken via de mond tot uiting zouden komen en zet die om in woorden.”

De signalen staan voor de ethicus op rood als de computer niet alleen stroompjes opvangt, maar deze ook gaat invoeren om gedrag te beïnvloeden. „In therapeutische zin gebeurt dat soms al. Zo krijgen mensen die kampen met epilepsie elektrische prikkels toegediend in de hersenen om aanvallen te voorkomen. Het gaat te ver als we met die stroompjes ons karakter gaan beïnvloeden. Waardoor bijvoorbeeld een vriendelijk iemand heel agressief wordt.”

De mogelijkheid dat de techniek daarvoor wordt ingezet, mag goed gebruik volgens De Vries niet uitsluiten. „Want de kans op misbruik geldt voor elke vorm van technologie. Als voorkomen van misbruik goed gebruik uitsluit, kun je niets meer ontwikkelen.”

Breinimplantaten komen heel dicht bij onze identiteit, zegt de hoogleraar. Toch benadrukt De Vries dat er van gedachtenlezen geen sprake is. Deze ontwikkeling is volgens hem dan ook geen overwinning voor het materialisme. Die filosofische stroming herleidt alles, ook bewustzijn, tot materie. „Deze techniek kan niet bij onze gedachten of de bron van onze gedachten. Ze speelt enkel in op de plek in de hersenen waar de omzetting gebeurt naar het spreekorgaan. Het Bijbelse mensbeeld is dat het bewustzijn van de mens meer is dan wat stroompjes in het brein. Ziel en lichaam werken op bijzondere wijze samen. Hoe materie aan niet materie is gekoppeld, is een raadsel. Daar zit een hele wereld achter. ”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer