Afbrokkelend zee-ijs volgens studie funest voor keizerspinguïns
Vier kolonies keizerspinguïns zijn vorig jaar naar alle waarschijnlijkheid al hun jongen kwijtgeraakt, als gevolg van een enorme afname van het zee-ijs rond Antarctica. Daarover rapporteren onderzoekers van de British Antarctic Survey. Ze schetsen een direct verband met klimaatverandering.
Om succesvol hun eieren uit te broeden en daarna voor de jongen te zorgen, hebben keizerspinguïns stabiel zee-ijs nodig tussen april en januari. De jongen hebben pas wanneer ze het nest verlaten een waterdicht verenpak. Daardoor hebben ze geen schijn van kans als het zee-ijs in hun gebied overal afbrokkelt. Precies dat gebeurde vorig jaar door relatief hoge temperaturen.
De onderzoekers volgden via satellietbeelden vijf kolonies in de Bellingshausenzee bij Antarctica. Vier daarvan kregen door een ongekende afname van het zee-ijs te maken met „totaal reproductief falen”, zoals de onderzoekers het noemen. De volwassen pinguïns verlieten het gebied noodgedwongen lang voordat hun jongen oud genoeg waren om een lange reis te maken of te zwemmen. Het is daarom „zeer onwaarschijnlijk” dat de kleintjes een kans op overleving hadden.
Volgens de wetenschappers is zo’n grootschalige mislukking van het broedseizoen nog niet eerder voorgekomen. Voor 2022 had slechts één van de vijf onderzochte kolonies ooit eerder zo’n dramatisch seizoen meegemaakt. In een deel van het gebied waar het onderzoek zich op richtte, was in november vorig jaar in het geheel geen zee-ijs meer over.
De onderzoeksresultaten zijn donderdag gepubliceerd in het wetenschappelijke tijdschrift Communications Earth & Environment. In een begeleidende verklaring tonen de wetenschappers zich somber over de toekomst. „We weten dat keizerspinguïns zeer kwetsbaar zijn in een opwarmend klimaat”, zegt hoofdauteur Peter Fretwell. „En het huidige wetenschappelijk bewijs duidt erop dat dit soort extreme afnames van zee-ijs vaker en op meer plaatsen zullen gaan voorkomen.”