Kerk & religie

Ds. Van der Veen (PKN) 40 jaar predikant: Het gezag van de Schrift is ernstig aangetast

Mensen ontmoeten op kruispunten in hun leven. Dat is voor ds. H.J. van der Veen een van de mooie kanten van het ambtelijke werk. „Het geeft vreugde als je ervaart dat God Zich in allerlei situaties aan mensen openbaart.”

24 August 2023 08:34Gewijzigd op 24 August 2023 15:51
Ds. H.J. van der Veen: „Het geeft vreugde als je merkt dat de verkondiging op zondag iets uitwerkt, dat mensen betrokken raken op het Woord. Dat heb je niet in de hand, maar je bemiddelt er wel in.” beeld Dirk Hol
Ds. H.J. van der Veen: „Het geeft vreugde als je merkt dat de verkondiging op zondag iets uitwerkt, dat mensen betrokken raken op het Woord. Dat heb je niet in de hand, maar je bemiddelt er wel in.” beeld Dirk Hol

Vanuit de woonkamer in zijn huis in Sliedrecht heeft ds. Van der Veen, die deze donderdag veertig jaar predikant is, zicht op een haven. Langs de kade liggen schepen met namen zoals Confianza, Eendracht en Ichthus. Toen hij hier kwam wonen, overwoog de hervormde predikant, die in 2019 met emeritaat ging, zijn woning de naam ”Schone haven” te geven, naar een plaats die de apostel Paulus tijdens een van zijn reizen aandeed. „Maar het is er niet van gekomen.”

Als tiener –hij zat op de mavo– wist hij zich geroepen tot het ambt van predikant, vertelt ds. Van der Veen. Een lange weg van studie volgde. De laatste tweeënhalf jaar –hij was inmiddels getrouwd– verleende hij bijstand in het pastoraat in de hervormde gemeente Kinderdijk-Middelweg. In 1983 werd hij bevestigd als predikant van de hervormde gemeenten Nieuwland en Oosterwijk. „Ik was dertig jaar. Een mooie leeftijd. Volgens de Joodse traditie kun je pas rabbi worden als je dertig bent.”

Terugkijkend op de achterliggende vier decennia stelt ds. Van der Veen vast dat zich in de samenleving grote veranderingen hebben voltrokken, die hun weerslag hadden op de kerkelijke gemeente. Hij noemt onder meer het individualisme en „de secularisatie die enorm heeft huisgehouden”.

Ds. Van der Veen signaleert ook dat „het onvoorwaardelijk gezag van de Schrift ernstig is aangetast”. Hij merkt dat bijvoorbeeld in het contact met catechisanten. „Als het gaat over een woord van de Heere Jezus of van Paulus zeggen ze soms tegen me: „Dat is ook een mening.” Ze zullen er zeker naar luisteren, maar hebben er intussen hun eigen gedachten bij. De houding ten opzichte van de Bijbel is enorm veranderd.”

Adembenemend

Te midden van dergelijke ontwikkelingen is ds. Van der Veen altijd op zoek naar „sporen van God”. „Als predikant sta je vaak naast mensen op kruispunten in hun leven, rond een huwelijk, een geboorte, ziekte of een begrafenis. Daar mag je dan vanuit geestelijk perspectief naar kijken. Hoe raakt de hemel de aarde in de concrete situatie van deze mensen? Dat is fascinerend.”

Het geeft hem „vreugde” wanneer hij in uiteenlopende pastorale contacten ervaart „dat God Zich aan mensen openbaart. Hij laat echt van Zich horen! Zo geeft het ook vreugde als je merkt dat de verkondiging op zondag iets uitwerkt, dat mensen betrokken raken op het Woord. Dat heb je niet in de hand, maar je bemiddelt er wel in. Dat vind ik nog steeds onbegrijpelijk en adembenemend.”

Hij maakt ook andere situaties mee. „Heel moeilijk vind ik het als je een poosje met iemand oploopt die ernstig ziek is, die moet sterven maar niet kan sterven. Dan ben je getuige van een worsteling en ervaar je heel sterk dat het erop aankomt dat God Zelf door Zijn Geest ingrijpt, zodat mensen vrede vinden om te kunnen sterven. In theorie weet ik dat dit niet van mij als predikant afhangt –ik ben slechts een middel–, maar in de praktijk vind ik dat moeilijk.”

Hij noemt nog een andere „geestelijke” moeite. „Als predikant trek je een winter lang op met belijdeniscatechisanten. Ik laat hen altijd een persoonlijke brief schrijven, waarin ze verwoorden hoe ze tot geloof zijn gekomen en Wie God voor hen is. Geregeld lees je ontroerende brieven waar je dan een gesprek over hebt. Je bent dankbaar dat die jongeren belijdenis doen. Maar vijf jaar later zie je dat sommigen niet meer in de kerk komen. Hoe kan dat nou?”

De predikant kijkt peinzend naar buiten en laat een stilte vallen. Dan vervolgt hij, met tranen in de ogen: „Dit moet je niet willen rationaliseren. Zo van: ze verlaten het dorp, beginnen een studie, komen in een andere wereld en maken dan andere keuzes. Dat kán toch niet waar wezen? Of misschien is het toch wél waar. Natuurlijk, die jongeren zijn verantwoordelijk voor hun eigen keuzes. Ik moet het loslaten en aan de Heere overgeven. Moeilijk vind ik dat.”

Of het hem weleens moedeloos maakt? De predikant veert op. „Nee! Dit is inherent aan het ambt. Er is altijd die wisselwerking tussen mooie en moeilijke momenten. Ik ben nog steeds met vreugde predikant, preek elke zondag twee keer en ben consulent in twee gemeenten.”

Valkuil

Het is, zegt ds. Van der Veen, een valkuil „om te denken dat je verantwoordelijk bent voor het voorbestaan van de gemeente. Gemeenteleden lijken soms te verwachten dat een predikant de kerk in stand zal houden. Dat is een last die je niet kunt dragen. Je moet ook niet alles zelf willen doen, maar samenwerking zoeken met de kerkenraad en andere predikanten.”

In de loop der jaren heeft ds. Van der Veen altijd oog gehad voor de wereldwijde kerk. Zo werkte hij een periode in Zimbabwe. Sinds 2019 is hij voorzitter van Stichting De Ondergrondse Kerk (SDOK), waarvoor hij in 2022 India bezocht. „Ik ontmoette daar weduwen van wie de mannen zijn vermoord, die zijn weggejaagd uit de samenleving en in bossen overleven. Intussen blijven ze blijmoedig de Heere Jezus als hun enige Rots en Zaligmaker belijden. God geeft hun die genade, te midden van alle slagen die ze te verduren krijgen. Indrukwekkend! Zulke getuigenissen bemoedigen mij enorm.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer