Leiders West-Afrika willen praten met junta Niger
Leiders van West-Afrikaanse landen, lid van het samenwerkingsverband ECOWAS, zijn achter gesloten deuren in de Nigeriaanse hoofdstad Abuja bijeengekomen om over de gevolgen van de staatsgreep in Niger te praten. Volgens de gastheer, de Nigeriaanse president Bola Tinubu, wil de groep landen zich gaat richten op onderhandelingen met de coupplegers. Eerder dreigde ECOWAS nog met militair ingrijpen.
De militaire junta in Niger die eind juli de macht greep, had kort voor het begin van het overleg in Abuja naar eigen zeggen een regering gevormd met een premier en twintig ministers. Twee cruciale ministeries komen in handen van coupplegende generaals.
ECOWAS was eerder bijeen over de coup en nam toen een dreigende houding aan. Er zou een militaire interventie kunnen komen met naar schatting 25.000 man van wie 18.000 Nigeriaanse militairen, als juntaleider Abdourahamane Tchiani de wettige president Mohamed Bazoum niet zou vrijlaten en in zijn functie herstellen.
Dinsdag besloten de landen evenwel een delegatie van ECOWAS, de Afrikaanse Unie en de Verenigde Naties naar Niamey te sturen, maar Tchiani weigerde hen te ontmoeten. Hij heeft volgens Nigeriaanse media wel een prominente figuur uit de aangrenzende Nigeriaanse deelstaat Kano ontvangen. Het gaat om de veertiende emir van Kano die als islamitische en regionale autoriteit ook invloed heeft in Niger. Hij zou vervolgens meteen naar president Tinubu zijn gegaan om hem verslag te doen van zijn gesprek met Tchiani.
ECOWAS telt vijftien lidstaten en die willen diplomatieke inspanningen om de crisis in Niger te bezweren. Militaire interventie is volgens een aantal lidstaten zowel onuitvoerbaar als politiek gevaarlijk. Twee West-Afrikaanse buurlanden van Niger hebben zich, net als het grote Noord-Afrikaanse buurland Algerije, fel uitgesproken tegen militair ingrijpen. Ze stellen dat militairen van ECOWAS zich voor het „koloniale karretje van Frankrijk” laten spannen indien ze zouden aanvallen.