Sjofar ziet steeds meer acceptatie van Gay Pride, ook onder christenen
Stichting Evangelisatie Sjofar stond zaterdag tijdens de Gay Pride met twee Bijbelbussen op de Dam. „De lhbti-beweging is alom geaccepteerd, ook onder christenen.”
Veel bezoekers van de Pride komen over de Dam. Vrijwilligers van Sjofar probeerden zaterdag met hen in gesprek te komen. Jan-Dirk Liefting, bestuursvoorzitter van Sjofar: „We leggen uit dat we niet beter zijn dan zij, maar dat we allemaal de Heere Jezus nodig hebben. Als we een goed gesprek hebben, vertellen we hoe God over seksualiteit denkt.”
De stichting kreeg na een aantal jaar weer vergunning om op de Dam te staan, terwijl ze voorgaande jaren verder van het evenement af moesten staan. „De organisatie van de Pride wil geen tegengeluid horen. De politie belde echter vorige week dat we zaterdag op de Dam mochten staan”, aldus Liefting.
Eindtijd
Het valt Liefting op dat de lhbti-beweging steeds breder geaccepteerd wordt. „Christelijke gezinnen komen speciaal tijdens de Pride een dagje naar Amsterdam. Ze hebben absoluut geen moeite met de levenswijze die daar tentoongesteld wordt. De Pride-beweging voelt zich sterk, omdat er steeds minder tegengeluid klinkt. Ze hebben daardoor ook niet meer de behoefte zichzelf te verdedigen. Ik vind het verdrietig en zie het als een teken van de eindtijd dat de lhbti-beweging zo geaccepteerd is.”
Leefwereld
Een vrouw die in het verleden een trouwe bezoeker van de Gay Pride was, zette zich zaterdag als evangeliste in voor Sjofar. Liefting: „Ze heeft de Heere Jezus leren kennen en wilde terug naar haar ”oude wereld” om mensen het Evangelie te vertellen. Ze weet goed hoe ze de bezoekers van het evenement moet bereiken, omdat ze hun leefwereld kent.”
Sommige lhbti’ers willen geen gesprek met Sjofar aangaan, vertelt Liefting. „Ik ben homo, dus ik hoor niet bij God, wordt ons dan voor de voeten geworpen. Je zou zo graag een gesprek met hen voeren, maar vaak loopt iemand dan al door.”
Preek
Stichting Sjofar evangeliseert al zo’n tien jaar op de Gay Pride. „In de kerk wordt regelmatig aan het evenement gerefereerd. Nederland is in verval, klinkt dan, maar daar blijft het bij. Ik kreeg het gevoel dat we er naartoe moesten, al had ik geen zin. Ook op de Pride lopen mensen met een ziel. Een kennis raadde mij aan om voor God neer te leggen of we er als Sjofar naartoe moesten. De zondag daarna hoorde ik een preek over Romeinen 1, waarin de predikant ook de Gay Pride noemde. Wie gaat er naar hen toe om het Evangelie te vertellen, vroeg hij aan de gemeente. Dat was een bevestiging dat we als Sjofar ernaartoe moesten. Ik zie het als Gods leiding dat we er telkens weer een vergunning voor krijgen.”