De Canal Parade is een vast onderdeel van het jaarlijkse Amsterdamse Queer en Pride-evenement. In de hoofdstad varen dan tientallen boten door de grachten met daarop verschillende groepen lhbti’ers. Honderdduizenden toeschouwers komen op het evenement af, dat door veel deelnemers wordt gezien als een noodzakelijke demonstratie voor emancipatie van onder andere homoseksuelen, biseksuelen en transgenders.

Deden dit jaar leden van de koninklijke familie mee aan de parade, verleden jaar wensten koning Willem-Alexander en koningin Maxima de deelnemers van de 25e editie van het evenement via de sociale media van het koninklijk huis „veel plezier”.

De sterke betrokkenheid van het koningshuis bij de lhbti-gemeenschap is niet nieuw. In het verleden sprak ook koningin Beatrix zich positief uit over de beweging. Koning Willem-Alexander en koningin Maxima tonen hun betrokkenheid niet alleen in woorden maar ook door hun aanwezigheid bij diverse bijeenkomsten van lhbti’ers. Als koningspaar vinden zij dat een onderdeel van hun verbindende taak.

Afgezien van talloze principiële bezwaren tegen het festijn, kan ook de vraag gesteld worden of het aanwezig zijn van leden van de koninklijke familie bij een Canal Parade wel tot die verbindende taak gerekend kan worden. Ook onder lhbti’ers zelf is de Canal Parade met honderden schaars geklede deelnemers op de boten niet onomstreden. Dat honderdduizenden mensen komen kijken naar de bont uitgedoste of juist bijna ontklede deelnemers wordt door een deel van de lhbti-gemeenschap gezien als aapjes kijken. Er wordt gevochten voor inclusiviteit, maar door de Canal Parade wordt juist de exclusiviteit van deze groep benadrukt, zo menen zij.

De adhesie die prinsen of gravinnen hieraan door hun aanwezigheid betuigen, verbindt dan ook niet, maar kan de tegenstellingen tussen bevolkingsgroepen juist verscherpen. Het zijn immers niet alleen christenen die zich op principiële gronden verzetten tegen de acceptatie van een levensstijl die niet in overeenstemming is met de Bijbel. Er zijn ook miljoenen Nederlanders die het Pride-festijn zien als een uiting van de zogenoemde wokebeweging, die traditionele waarden en normen overboord wil zetten. Dat veel media juist de betrokkenheid van leden van de koninklijke familie bij de botenparade zo sterk benadrukken, is vast niet alleen omdat het komkommertijd is. Het heeft er alle schijn van dat ze op die manier ook de acceptatie van de wokebeweging in de maatschappij, op z’n zachtst gezegd, willen bevorderen.