Kerk & religie

Klussen in een stokoude kapel

Acht Nederlandse jongeren hebben een kapelletje van de Strict Baptists in Engeland opgeknapt. Als hulp voor de drie kerkgangers. „We hebben wel meer dan duizend spinnen verwijderd.”

L. Vogelaar
5 August 2023 10:10Gewijzigd op 5 September 2023 13:16
Stanley en Jocelyn Burgess met de jongeren die vorige week de Bethel Strict Baptist Chapel in Allington opknapten. beeld Heidi Aalbers
Stanley en Jocelyn Burgess met de jongeren die vorige week de Bethel Strict Baptist Chapel in Allington opknapten. beeld Heidi Aalbers

Met hamer, kwast en heggenschaar zetten de jongeren zich dagenlang in om de Bethel Strict Baptist Chapel en het omliggende stukje grond op te knappen. Dat gebeurde vorige week even buiten Allington, een buurtschapje in het Engelse graafschap Wiltshire, een heel eind ten westen van Londen.

In deze kapel heeft John Warburton in 1835 de bekende baptistenpredikant J.C. Philpot gedoopt. Beiden kwamen er preken, op uitnodiging van hun vriend Joseph Parry, die het kerkje in 1829 had laten bouwen. Philpot en Parry, hun namen staan nu op tegels boven de kansel, hun erfenis is nog niet weg. Verweerde graven rond het kerkje dragen de namen van mensen die zich hier in de begintijd onder het Woord zetten. Lang geleden.

Kleine gemeenten

Het gemeentetje van de Strict Baptists telt nog maar drie kerkgangers: Stanley Burgess, zijn vrouw Jocelyn en hun neef. Dat is al jaren zo. Toch gaan de kerkdeuren elke zondag open. Het is lang niet de enige gemeente van de behoudende baptisten die piepklein is. Veel gemeenten tellen enkele tientallen kerkgangers. Soms is er echter nog maar één lid, of net een handjevol. Het kan gebeuren dat een predikant alleen zijn eigen vrouw en dochter onder zijn gehoor heeft, en samen met hen Avondmaal houdt. Of dat een diaken achter de microfoon gaat staan en een preek leest voor zijn vrouw –de organiste– en voor een Nederlands echtpaar dat onverwachts binnenkomt. Of dat de kerk is afgebroken en er bij iemand thuis een preek wordt gelezen. Soms houden de diensten op, bijvoorbeeld omdat de oude diaken overlijdt. Dan gaat de kapel –doorgaans oud en soms ook behoorlijk vervallen– definitief dicht.

Predikanten zijn er naar verhouding veel; ze staan vaak tientallen jaren op dezelfde plek. Allington is vacant, maar er gaat elke zondagmiddag een predikant van elders voor. Burgess heeft hier veel preken gelezen. Zijn vrouw bespeelt het oude harmonium. En hun neef is er ook. Elf jaar geleden waren er nog dubbel zoveel kerkgangers.

Trowbridge

Burgess gaat naar de tachtig, zijn vrouw is er al ruimschoots overheen. Samen houden ze het oude kerkje wel zo’n beetje bij, maar het moest hoognodig opgeknapt worden. Geld om vaklui in te schakelen, is er niet. „Jongeren die interesse hebben in een werkvakantie in 2023 en willen helpen de kapel op te knappen, zijn erg welkom”, stond er in het Reformatorisch Dagblad van 10 februari onder een interview met het bejaarde echtpaar.

Acht jongeren van rond de twintig reageerden, vormden een appgroep, kwamen een keer bij elkaar om kennis te maken en huurden samen een huis, een halfuurtje bij Allington vandaan. Reis en verblijf betaalden ze zelf.

19544811.JPG
Renovatie, met hier en daar iets nieuws. beeld Heidi Aalbers

De acht Nederlanders kerkten ’s zondagsmorgens in Trowbridge, waar Warburton vroeger preekte en waar zijn graf nog te vinden is. Trowbridge werd bekend doordat ds. J.R. Broome (1931-2013), die er vele jaren stond, contacten in Nederland had. Hij preekte onder meer in de oud gereformeerde gemeente van Utrecht en hield lezingen voor de reformatorische studentenvereniging Depositum Custodi.

Broomes zoon David is nu diaken. Naast diens gezin kerken er drie oude vrouwen in de kapel. ’s Zondagsmorgens komt er ook een Chinees gezin. En in de zomer zijn er Nederlandse vakantiegangers, van wie sommigen het huis huren waar het kerkje in de achtertuin is gebouwd.

Vorig jaar september kwam er een derde gezin bij: van J. Burgess, die hier in januari predikant werd. Hij gaat nu elke zondag voor, en elke donderdagavond. Deze zondagmiddag was hij in Allington. Onder zijn gehoor: de drie vaste kerkgangers en de acht Nederlanders die hen komen helpen.

19544812.JPG
Nieuwe laklaag. beeld Heidi Aalbers

Was of lak

De volgende dagen stak het achttal de handen uit de mouwen. Conclusie: „Als er zoveel mensen zouden zijn als er spinnen waren, zou de kerk veel te klein zijn”, zegt Heidi Aalbers uit Ederveen.

Eerst op spinnenjacht dus. En schoonmaken; „het was echt goor, vooral op de galerij, want daar komt nooit iemand. Ik ging met de stofzuiger over de muren, maar toen viel er stucwerk naar beneden, dus ik ben maar gauw gestopt.”

Alles werd geschrobd, gepoetst, gezeemd. De drie jongens timmerden kozijnen, want de ramen aan de achterkant moesten worden vervangen.

De oude banken hadden ”polish” nodig, had Burgess gezegd, dus de werkers namen een schuurmachine mee uit Nederland. Niet nodig, de Engelsman bedoelde alleen dat de banken in de was moesten worden gezet. Inmiddels waren ze echter kaalgeschuurd, dus kregen ze toch maar een nieuwe laklaag. Buiten werd de heg geknipt en kregen de hekjes een opknapbeurt. De jongeren vervaardigden een nieuw bord met naam en kerktijden, als uitnodiging voor bezoekers.

Schorten

Inmiddels zijn de meeste jongeren terug in Nederland, vol indrukken, ook van het geringe aantal kerkgangers dat nog preken wil beluisteren zoals die in deze kerkjes te horen zijn. Het echtpaar Burgess houdt de Bethelkapel in Allington open, zo lang als het gaat. „Het waren superlieve mensen en ze hebben ons een reeks dankbare berichtjes gestuurd”, zegt Heidi. „Van restjes stof maakte die vrouw voor elk van ons een schort. Ze wilden dat we bij hen thuis kwamen zingen en namen ons mee uit eten. Wij zijn blij dat we hen hebben kunnen helpen.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer