Geen doorslaggevend keerpunt
Er ging een omstreden Amerikaanse invasie en een lange periode van extreem geweld aan vooraf. Honderden Irakezen en buitenlanders kwamen door talloze terreuraanslagen om het leven. Lange tijd was het onzeker of de eerste vrije verkiezingen in Irak ooit zouden plaatshebben. Morgen is het toch zo ver. Irak gaat naar de stembus om zijn eigen politieke lot te bepalen.
„Als kandidaat voor de verkiezingen kan ik niet zo veel doen. Ik ben bang om mijn volledige naam te geven, want als de tegenstanders van de verkiezingen erachter komen, zouden ze naar mijn huis kunnen komen en ons doden. Ik kan niet aan vreemden vertellen dat ik aan de verkiezingen meedoe.” Aldus Zeina, een van de vrouwelijke parlementskandidaten, in haar dagboek op de BBC-website.
Het verhaal van Zeina is helaas illustratief voor de huidige situatie in Irak en voor de beperkte verwachtingen die veel Irakezen van de stembusstrijd hebben. Over één ding zijn ze het allemaal eens. De verkiezingen van morgen zullen op korte termijn geen doorslaggevend keerpunt in de geschiedenis van Irak betekenen. Historisch is de stembusgang wel, want voor het eerst in de geschiedenis krijgen de Irakezen de mogelijkheid om hun eigen volksvertegenwoordigers te kiezen. Maar de verkiezingen bieden bepaald geen garantie voor een einde aan de diepe religieuze en etnische verdeeldheid - laat staan aan het voortdurende geweld.
De kiezers kunnen morgen de 275 leden van het parlement kiezen. De taak van de nieuwe volksvertegenwoordiging zal voornamelijk bestaan uit het goedkeuren van de nieuwe grondwet en de weg te banen voor nieuwe verkiezingen die vooralsnog voor december van dit jaar staan gepland. Tegelijkertijd zullen morgen separate verkiezingen voor achttien provinciale raden plaatsvinden en voor het autonome Koerdische parlement dat in Noord-Irak zetelt.
Vrouwen
Officieel hebben meer dan 120 partijen de gelegenheid gekregen kandidaten voor het parlement voor te dragen. Daarbij moest elke derde persoon op de lijst een vrouw zijn, om er zeker van te zijn dat ten minste 25 procent van de zetels door vrouwen zal worden bezet. Aan de vooravond van de verkiezingen is echter een groot aantal namen van kandidaten nog steeds niet gepubliceerd. Door de vele terreuraanslagen is er bovendien eigenlijk geen sprake geweest van een verkiezingscampagne, zodat de Irakezen nauwelijks weten op wie ze stemmen.
Slechts enkele grote namen springen eruit. De Verenigde Iraakse Alliantie, een samenwerkingsverband van sjiitische groeperingen, die wordt gesteund door de belangrijkste sjiitische geestelijk leider, grootayatollah Ali al-Sistani. De huidige premier Iyad Allawi voert met zijn partij de Iraakse Lijst aan, een eveneens sjiitisch verbond van diverse kleinere bewegingen. Ten slotte is er nog de Koerdische Alliantie Lijst, die wordt gevormd door de Koerdische Democratische Partij en de Patriottische Unie van Koerdistan.
Met de vertegenwoordiging van de soennitische minderheid, die de afgelopen decennia de dienst in Irak uitmaakte, is het minder goed gesteld. Weliswaar hebben zij zich in enkele kleinere partijen verenigd, maar de meeste daarvan hebben al aangekondigd dat zij de verkiezingen zullen boycotten. Doordat de sjiieten na jarenlange onderdrukking eindelijk hun getalsmatige meerderheid politiek kunnen verzilveren, zien de soennieten hun historische invloed in rook opgaan.
Ba’ath-partij
Leden van de voormalige Ba’ath-partij van Saddam Hussein zijn al bij voorbaat van deelname uitgesloten, evenals leden van de Iraakse strijdkrachten of van gewapende milities.
Een groot deel van het geweld dat Irak de afgelopen anderhalf jaar heeft geteisterd, is dan ook uit soennitische hoek afkomstig. Zij proberen uit alle macht hun land te destabiliseren om te voorkomen dat zij hun macht kwijtraken.
De sjiitische partijen hebben de afgelopen maanden tevergeefs geprobeerd de soennieten over te halen toch aan het politieke proces deel te nemen. Zij hebben zelfs aangeboden een deel van de parlementszetels voor soennitische kandidaten te reserveren, ongeacht de verkiezingsuitslag. Het probleem is dat daarvoor momenteel geen wettelijke basis is, en dat een deel van de soennieten hoe dan ook halsstarrig aan hun boycot lijkt vast te houden.
Eerste stap
Hoewel de verkiezingen van morgen naar westerse maatstaven nog verre van vrij en transparant zijn, vormen zij toch een eerste stap op weg naar een democratischer Irak. Het succes van de nieuwe regering zal echter in de allereerste plaats afhangen van haar aanpak van de terroristische groeperingen. Zolang het geweld voortduurt, zal er voor de gewone Irakees bitter weinig veranderen.
De nieuw te vormen overheid zal meer wettelijke mogelijkheden krijgen om terreur te bestrijden. Voorlopig zal zij dat echter niet zonder de hulp van de Amerikanen en andere buitenlandse troepen kunnen. Het is te hopen dat Washington de verkiezingen niet als het sluitstuk van zijn aanwezigheid in Irak ziet. Dat zou alle moeite van het verdrijven van Saddam en de zijnen tenietdoen.