Nieuwe generatie van Hollands glorie
Onlangs kwam ik een krantenartikel tegen over een museum dat aan de bezoeker de geschiedenis van Océ vertelt. Ik wist niet dat het bestond. Océ? Het maakte kopieer- en printmachines en was een pareltje van ons bedrijfsleven. In 2009 viel het echter in handen van de Japanse reus Canon. Het aandeel verdween van de Amsterdamse beurs. In Venlo, van oudsher de thuisbasis, is nog steeds Canon Production Printing gevestigd, zoals het nu heet. Er vinden vooral onderzoek en ontwikkeling plaats, met bijna 2000 medewerkers. De transitie kostte al met al weinig of geen banen, wel ging het puur Nederlandse karakter van het bedrijf verloren.
Hetzelfde zien we gebeuren bij Aegon. Recent kondigde de verzekeraar aan dat hij in juridisch opzicht verandert in een vennootschap die zetelt in Bermuda, de Britse kolonie ergens ver weg in de Atlantische Oceaan. Eerder verkocht de onderneming al alle activiteiten die zij in ons land ontplooide aan rivaal ASR. Voortaan richt zij zich op de Amerikaanse markt. De hoofdvestiging blijft voorlopig hier, maar het concern stoot het huidige kantoor bij treinstation Mariahoeve in Den Haag af en zoekt kleinere behuizing. Ook Aegon raakt los van zijn Hollandse wortels.
De groep van de multinationals met notering in de AEX vormt een afspiegeling van waar we als Nederland in de sfeer van bedrijvigheid trots op mogen zijn. Wie de actuele lijst vergelijkt met die van pakweg twintig jaar geleden constateert dat er veel mutaties en ontwikkelingen zijn geweest, die tot de conlusie leiden dat we een flinke veer hebben gelaten.
Zo was voorheen de financiële sector dominant aanwezig binnen het ‘elitekorps’ van de beurs. Maar toen in 2008 de kredietcrisis uitbrak, sneuvelde Fortis. Het al opgedeelde ABN AMRO verschraalde van een mondiale tot een kleinschalige bank. Samen met ING, dat eveneens wankelde, waren het spelers die daarvoor internationaal van zich deden spreken.
Shell en Unilever, de onbetwiste nummers 1 en 2 van vroeger, verplaatsten in de voorbije jaren hun hoofdkantoor naar Londen en kregen een volledig Britse identiteit. DSM fuseerde met het Zwitserse Firmenich en wordt bestuurd vanuit het Alpenland. Hoogovens –tegenwoordig vaak onder kritiek, maar voorheen aangemerkt als industrieel paradepaardje– werd uiteindelijk ingelijfd door Tata uit India.
Is het erg dat we op deze wijze een stukje Hollands glorie kwijtraken? Vanuit nationale gevoelens zeker wel, maar we leven nu eenmaal in een dynamische en geglobaliseerde economie. De beurs beschikt inmiddels over andere smaakmakers, met voorop chipmachinefabrikant ASML, toonaangevend in de wereld, en betalingenverwerker Adyen.
Een volgende komt er wellicht aan. Deze maand konden we lezen dat de overheid samen met enkele sectorgenoten 100 miljoen euro investeert in Smart Photonics in Eindhoven, ontwikkelaar en producent van een nieuwe lichting chips en daarmee een grote belofte. Het lijkt dus beter om niet naar het verleden te kijken, maar naar de toekomst. Die biedt volop perspectief voor de BV Nederland.
De auteur is oud-redacteur economie van het RD.