Ds. G.M. de Leeuw met emeritaat: na zeven gemeenten „nog maar net begonnen”
”From now on emeritus”, meldt de agenda van ds. G.M. de Leeuw (73) bij 1 mei jongstleden. ”Vanaf nu emeritus”. Hoe blikt hij terug op 34 jaar dienst op twee werelddelen? „Ik ben nog maar net begonnen. En verder kom ik niet.”
De predikant van de Netherlands Reformed Congregations (NRC), zusterkerk van de Gereformeerde Gemeenten in Noord-Amerika, is een week in Nederland, waar drie van zijn tien kinderen wonen. Vanwege zijn gezondheid nam ds. De Leeuw op 7 juni afscheid van zijn gemeente Nobleford in Canada.
Met emeritaat gaan was „niet eenvoudig”, zegt de predikant. „Je voelt dat je wat loslaat, en dat dit toch ook moet. De tijd is snel voorbijgegaan. Hoever ik ben gekomen? Net een beginnetje. Het is alleen Gods trouw dat het zo lang heeft mogen gaan. Én de steun van de kerkenraden. Uit alle gemeenten konden we met liefde en vrede weggaan. Dat is een voorrecht.”
Ds. De Leeuw is „veel geholpen”, zegt hij, waarbij hij doelt op de prediking en het pastoraat in het Engels. Vier van de zeven gemeenten van de van oorsprong Zeeuwse predikant lagen in Canada en Amerika. „Met Gods hulp ging dat. Na een paar jaar heb je er geen erg meer in of je Engels of Nederlands spreekt.” Dat blijkt: regelmatig valt er een Engels woord tijdens het gesprek. „De gevoelswaarde van theologische woorden in het Engels is to the point. Dat voel je ook aan je hoorders: ze weten precies waar je het over hebt.”
Twin Towers
Toen hij in 2001 in Rock Valley (Iowa, VS) stond, maakte de predikant 11 september mee, de aanslagen op de Twin Towers. „Bij een bezoek die ochtend werd duidelijk wat er gebeurd was. Ik heb alleen een gebed gedaan en ben weer naar huis gegaan. ’s Avonds belegden we met andere gemeenten een dienst, die ik niet zal vergeten. Ik mocht het echt voor de Heere neerleggen. Na 11 september is Amerika totaal veranderd. Vroeger kon je zo het vliegtuig in, je moest alleen je paspoort laten zien. Daarna werd je bijna uitgekleed bij de controle.”
Net als de meeste NRC-leden waren ds. De Leeuw en zijn gezin in Amerika politiek altijd betrokken, net zoals hij dat in Nederland was. Hoewel Amerika in veel opzichten „behoudend, streng, correct” is, is hij somber over het land „als het gaat over de waarheid. Die big shops, dat winkelen, zeven dagen in de week, dat rekent de Heere zwaar aan. God is geen ledig aanschouwer.” Vaak drukte de predikant zijn luisteraars op het hart dat ze de zondagsopenstelling van winkels niet gewoon mochten gaan vinden. „De mensen moeten soms opgeschrikt worden, anders wennen ze eraan.” Ook de levenswijze van presidenten stelde de predikant regelmatig teleur, zegt hij.
Evangelie
Het Engels bracht ds. De Leeuw in aanraking met theologische boeken van Engelse en Schotse predikanten. „In de zeventiende eeuw had je in de steden in die landen gemeenten van tienduizenden mensen, waar een goed geestelijk leven werd beluisterd.”
Wat de Engelse schrijvers kenmerkt? „Ze brachten een ruim Evangelie-aanbod, maar ze brachten ook de Wet naar voren. Allebei scherp, allebei zuiver. En de Heilige Geest gebruikte het ook, Die hadden ze mee in die tijd.”
De belangstelling voor Engelse oude schrijvers typeert tegelijk de interesse van de predikant voor de kerkgeschiedenis. „Die is me bijgebracht door ds. A. Moerkerken op de Theologische School. Als ik lees, is het bijna altijd kerkhistorie. Daar is zoveel uit te leren.”
Hoogtepunten in de achterliggende bijna 34 jaar waren de lessen aan belijdeniscatechisanten. „Zij zijn de toekomst van de kerk: de aanstaande leden en de toekomstige ambtsdragers. Ze vonden het vaak jammer dat het voorbij was. Tegelijk was ik wel eens bezorgd dat er meer hadden kunnen komen, die het uitstelden. Maar je moet het rond je twintigste doen, wacht er niet te lang mee.”
Steigerbouw
Voorheen werkte de predikant in de steigerbouw. Dat leverde soms bijzondere ontmoetingen op. Bij een klus in Den Haag stond hij bij een stoplicht op het Lange Voorhout achter de dienstauto van premier Joop den Uyl. Hij stapte uit en overhandigde de minister persoonlijk een prekenboekje van de bekende ds. J. Fraanje, dat hij kort daarvoor had aangeschaft.
Vaak had ds. De Leeuw gesprekken met pastoors van rooms-katholieke kerken waar hij steigers moest plaatsen. „Met een Haagse pastoor heb ik goede gesprekken gehad. Die mannen zijn dáár neergezet. Ik in de Gereformeerde Gemeenten, zij in de roomse kerk. En dan die toewijding van hen.”
De NRC-gemeenten in Noord-Amerika tellen een aantal oudere predikanten; studenten zijn er nu niet. Hoe moet het verder? „We zouden graag zien dat er elk jaar wat bijkomt, maar dat het dan wel van God is”, zegt de predikant. „We mochten meer onze knieën buigen, mezelf ingesloten. Wordt er wel beseft dat het nodig is dat er nieuwe leraars komen?”
Over de toekomst is ds. De Leeuw evenwel positief. Verschillende zoons dienen in een ambt. „En Zijn trouw rust niet alleen op mijn nageslacht, maar op de nageslachten van de gemeenten.”
En zijn eigen toekomst? „Bij U, mijn Koning en mijn God, verwacht mijn ziel een heilrijk lot. Als het geloof in oefening is, is er een verlangen om bij de Heere en bij Zijn volk te zijn. Er is ook vaak strijd, en er zijn de domme dingen die je doet, waar je niet vanaf komt. Het is een nauwelijks zalig worden: schrijf dat maar op, dat staat ook in de Bijbel. Maar wel door Zijn trouw, hé.”