Dat heeft een onderzoekscommissie van de Verenigde Naties geconcludeerd in een rapport over de moorden.

De VN-commissie onderzocht de moorden zelf én of Mexico met de behandeling van de moordzaken de Conventie over de Uitbanning van Discriminatie tegen Vrouwen heeft geschonden. Volgens het rapport is dat inderdaad het geval.

In reactie op het rapport erkende Mexico dat er ernstige aanslagen op de vrouwenrechten zijn gepleegd, die deels zijn te wijten aan Mexicaanse tradities. „Erkend moet worden dat er hier sociale omstandigheden, stereotypen, houdingen, waarden en eeuwenoude gebruiken bestaan die de mogelijkheden tot ontwikkeling voor vrouwen ernstig beperken”, verklaarde de Mexicaanse regering.

De Mexicaanse autoriteiten schatten dat er het afgelopen decennium in en om Ciudad Juarez 258 vrouwen zijn vermoord. Honderd slachtoffers werden voor hun dood verkracht. Mexicaanse en internationale mensenrechtenorganisaties ramen het aantal vermoorde vrouwen echter op ruim 350.

Families van de slachtoffers hebben bij de rechtenorganisaties geklaagd over de manier waarop de moorden worden onderzocht door autoriteiten. Ze verdenken de autoriteiten van alles variërend van incompetentie tot het pogen zaken in de doofpot te stoppen. Volgens het onderzoek van de VN-commissie is de reactie van de autoriteiten op de moorden, vooral die begin jaren ’90, „extreem inadequaat” geweest.

De moorden op vrouwen in Ciudad Juarez begonnen in volle hevigheid in 1993, toen met grote regelmaat verminkte lichamen van verkrachte vrouwen in de woestijn rond de stad werden gevonden. De laatste tijd is het aantal slachtoffers in de stad flink gedaald, maar heeft het probleem zich wel verspreid naar andere steden. Bovendien worden veel moorden nog steeds genegeerd door de autoriteiten, aldus de VN-commissie.