Tuchtcollege berispt psychiater om onzorgvuldig handelen bij euthanasie
Een psychiater die euthanasieverzoeken behandelt, heeft een berisping gekregen omdat ze in twee gevallen niet zorgvuldig heeft gehandeld. Dat werd dinsdag bekend.
Het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg in Amsterdam oordeelt dat de zorgverlener niet de juiste procedure heeft gevolgd. In het eerste geval legde ze het oordeel van een collega naast zich neer, in het tweede geval vroeg ze daar niet eens om.
Om te kunnen overgaan tot euthanasie, moet een arts voldoen aan zogeheten zorgvuldigheidseisen die wettelijk zijn vastgelegd. Zo moet een patiënt wilsbekwaam zijn. Psychiaters gebruiken daarbij nog een andere richtlijn, waarin staat dat ze bij euthanasieverzoeken moeten vragen om de mening van een vakgenoot (zogeheten second opinion, red.) die kennis heeft van de mentale aandoening waaraan de patiënt lijdt.
De berispte psychiater wordt verweten dat ze in één geval een second opinion heeft genegeerd. Een patiënt diende twee keer een euthanasieverzoek in. Het eerste verzoek werd afgewezen, onder meer omdat de patiënt niet wilsbekwaam zou zijn. De tweede keer heeft de psychiater het verzoek gehonoreerd, ondanks de tegengestelde mening van een collega. Volgens het tuchtcollege heeft de berispte psychiater niet goed onderbouwd waarom ze aan haar eigen opvatting heeft vastgehouden.
In het tweede geval heeft de psychiater niet om een second opinion gevraagd. Ze heeft erkend dat dat in strijd was met de richtlijn die in de psychiatrie geldt.
Het tuchtcollege zegt bij het opleggen van de berisping rekening te hebben gehouden met de „complexiteit van de materie” waarmee de psychiater te maken heeft. Ook is volgens het college de patiëntveiligheid niet in het geding geweest. Een berisping houdt in dat het tuchtcollege het gedrag van een zorgverlener veroordeelt, maar dat hij wel zijn beroep mag blijven uitoefenen.