Dit blijkt uit een donderdag gepresenteerd onderzoek dat TNS NIPO deze maand onder ruim 1000 gezinnen met schoolgaande kinderen uitvoerde.

Van alle kinderen in de leeftijd van 4 tot en met 12 jaar (circa 1,8 miljoen kinderen) blijven bijna 1 miljoen kinderen zeker enkele keren per maand over. Ongeveer 300.000 kinderen doen dat dagelijks.

Aanleiding voor het onderzoek, in opdracht van de Nederlandse Organisatie voor Kwaliteit In Kinderopvang (Nokik), is de komende wetswijziging met betrekking tot het overblijven op basisscholen. Tot nu toe valt het overblijven van kinderen onder de verantwoordelijkheid van de ouders. De overheid is echter van plan om in 2006 de wet tussenschoolse opvang in te voeren, waardoor scholen verantwoordelijk worden voor het overblijven van hun leerlingen.

Van de overblijvende kinderen eet bijna eenderde dagelijks de lunch op school. Dit zijn waarschijnlijk met name kinderen die ver van school wonen, een continurooster hebben, of van wie de ouders tweeverdieners zijn. Op dinsdag en donderdag blijven de meeste kinderen over.

Uit het onderzoek blijkt verder dat in de Randstad meer kinderen overblijven. In het noorden gebeurt dit relatief het minst

Over het algemeen zijn alle ouders tevreden over de huidige overblijfmogelijkheden. Ouders hechten het meeste belang aan een goede organisatie en aan de kosten van het overblijven en, in mindere mate, aan de professionaliteit van de overblijfkrachten en de aangeboden activiteiten gedurende het overblijven.

Nokik Tussenschoolse Opvang verzorgt momenteel al de overblijf op meer dan twintig basisscholen voor ruim 3000 leerlingen per dag. Hierbij wordt gezorgd voor speelmaterialen, opleiding van overblijfkrachten en het wit uitbetalen van deze krachten.