Hells Angels wacht megaproces
Wie vermoordde in februari 2004 de drie Hells Angels van de Limburgse club Nomads? Die vraag staat centraal in het megaproces tegen twaalf Hells Angels. Er zijn maar liefst 17 dagen uitgetrokken voor de geruchtmakende zaak, die maandag van start gaat in de strengbeveiligde rechtbank in Amsterdam.
In de Geleenbeek bij Echt vonden een medewerker van Rijkswaterstaat en de brandweer op 13 februari 2004 de zwaar toegetakelde lichamen van drie Nomads. Een van de slachtoffers is Paul de Vries, de als meedogenloos te boek staande president van het Limburgse chapter. De anderen zijn Cor Peijnenburg en Serge Wagener.
Twaalf andere Nomads worden verdacht van de moord op de drie ”brothers”. De drie Hells Angels zouden zijn neergeschoten nadat ze een partij van 300 kilo cocaïne, geleverd door een groep Colombianen, niet zouden hebben betaald. Vice-president Jack S. en Angel Marco H. zouden de trekker hebben overgehaald. Dat zegt althans de Antilliaanse Angel Angelo D., kroongetuige voor het opsporingsapparaat. De Antilliaan riep de hulp van de politie in, omdat hij vreest door de Nomads te worden vermoord.
Justitie gaat ervan uit dat De Vries, Peijnenburg en Wagener in het clubhuis van de Nomads in Oirsbeek zijn geliquideerd. Daags na de moord is het clubhuis grondig verbouwd: er kwam nieuw laminaat en de muren werden van nieuw sierpleister voorzien. En dat terwijl het pand net was opgeknapt. In ieder geval zijn er in het clubhuis bloedsporen van de slachtoffers gevonden.
Belastend voor de Angels is ook dat er in de wielkast van een door de Nomads gehuurd bestelbusje zogeheten varkenskruid is gevonden. Dat kruid groeit ook op de oevers van de Geleenbeek waar de lichamen van de drie slachtoffers zijn gevonden. Justitie denkt dat de Nomads de drie slachtoffers met het busje hebben vervoerd. De Angels brachten het voertuig grondig gereinigd terug naar het verhuurbedrijf.
Verder zijn er enkele getuigenverklaringen die wijzen op betrokkenheid van de Nomads. Zo verklaart een buurtbewoner dat hij op 11 februari 2004 rond negen uur ’s avonds -het vermoedelijke tijdstip van de moord- bij het clubhuis in Oirsbeek zeven pistoolschoten heeft gehoord. Een andere omwonende zegt iemand uit het raam van het pand te hebben zien vallen.
Aanklager mr. G. Oldenkamp vermoedt dat het plan om de drie Nomads te vermoorden een collectief besluit van de brothers is geweest. Het is de vraag of ooit opgehelderd wordt wie uiteindelijk de dodelijke schoten loste. Vooralsnog zwijgen de Hells Angels in alle talen.
Feit is dat het flink rommelt in de wereld van de Hells Angels in Nederland. Tot veler verbazing werd in de herfst van vorig jaar Willem van B., alias Big Willem, onttroond als president van de Amsterdamse Hells Angels. Big Willem, opgegroeid in Amsterdam-Oost, geldt als grondlegger van de motorclub in Nederland.
Hij zou in een complot hebben gezeten om Heineken-ontvoerder Willem H. te liquideren in clubhuis Angel Place in Amsterdam. Toen dat bekend werd, is hij in bad standing de club uitgezet. Hij moest motor en emblemen afstaan. De laatste tijd is het stil rond Big Willem.
Hells Angels in Nederland hebben een beruchte reputatie. De parlementaire enquêtecommissie onder leiding van Maarten van Traa liet er in 1995 geen onduidelijkheid over bestaan. Binnen kringen van Hells Angels wordt gehandeld in drugs en wapens.
Ons land telt ongeveer 200 Hells Angels. Ze zijn te herkennen aan hun Harley Davidsons en hun motorkleding met clubkleuren en speciale tekens. Wereldwijd zijn de Angels actief in dertig landen. Internationaal zijn er innige contacten. Dat bleek bijvoorbeeld in 2000 bij de begrafenis van de beruchte Amsterdamse crimineel Sam Klepper, aspirant-lid van de Angels. Uit alle windstreken togen de Angels met hun motoren naar de hoofdstad.
De bakermat van de Hells Angels ligt in Amerika. Ex-piloten van jachtbommenwerpers die na de Tweede Oorlog hun draai niet meer konden vinden in de maatschappij, richten de motorclub op. In Amerika maken opsporingsinstanties jacht op de motorbendes. In Nederland konden de Angels jarenlang vrijwel ongestoord hun gang gaan.