De wereld tegen
Mattheüs 5:29
„Indien dan uw rechteroog u ergert, trek het uit en werp het van u; want het is u nut dat één uwer leden verga en niet uw gehele lichaam in de hel geworpen wordt.”
Toen Paulus in die grote stad, te Caesarea, voor Festus zo krachtig van de leer sprak, dat Festus hem luid tegensprak: „Gij raast, Paulus, de grote geleerdheid brengt u tot razernij.” Hij wilde zeggen: „Man, u hebt al te veel gelezen en gestudeerd, u hebt er uw hersens door gekrenkt, u weet niet wat u zegt.” Dat was nogal een fatsoenlijke bejegening.
Diezelfde Paulus stond eens te Athene en predikte ook van de leer. Toen zeiden ze: „Wat wil toch deze klapper zeggen?” (Handelingen 17:18). Het grondwoord is zo scherp niet als ons Nederlands. Het betekent: „Wat wil toch deze bedelaar zeggen?” Net als verachte lieden die daar kwamen toen het marktdag was, en het zaad dat op de markt uit de zakken viel verzamelden onder veel geruis en gerucht. Dat liep ook nogal goed af. Maar op het laatst werd het: „Beroerders.” Dan zeiden ze: „U bent mijn vijand, u bent een sekte die overal tegengesproken wordt, een pest die men onder de mensen schuwen moet, een afschrapsel en uitvaagsel van de wereld.”
Maar wat hadden zij de wereld aangedaan, dat ze de wereld zo tegen hadden? Waarom haatten zij hen zo? Om deze redenen. Zij haatten hen ten aanzien van de leerstukken in het prediken. Zij haatten hen om hun manier van leven. Zij haatten hen om de wijze van bekering, die zij de mensen gingen prediken.
Bernardus Smytegelt, predikant te Middelburg
(”Een Woord op zijn tijd”, 1744)
Bernardus Smijtegelt (1665-1739) was predikant in achtereenvolgens Borssele, Goes en Middelburg en een vertegenwoordiger van de Nadere Reformatie. Zijn preken werden stenografisch genoteerd door gemeenteleden en worden nog steeds uitgegeven.