Proces tegen Stakic in Den Haag gestart
Voor het Joegoslavië-tribunaal is dinsdag het proces begonnen tegen de ex-burgemeester van de Bosnische stad Prijedor, Milomir Stakic.
De voormalige burgervader wordt door de aanklagers van het VN-hof beschuldigd van genocide, misdaden tegen de menselijkheid en oorlogsmisdaden begaan in het voorjaar en de zomer van 1992.
Volgens de aanklagers maakte de verdachte deel uit van een groep mensen die geheel of gedeeltelijk een bevolkingsgroep, in dit geval de niet-Servische bevolking van de stad Prijedor en omliggende gebieden, wilde vernietigen. Het doel van de grootschalige zuiveringen, moordpartijen, martelingen, mishandelingen, verkrachtingen, vernederingen, vernielingen en plunderingen was het permanent verdrijven van de Bosnische moslims en Kroaten uit het gebied, aldus aanklaagster Joanna Korner dinsdag tegen de rechters.
In haar openingspleidooi toonde Korner een korte video-opame van een toespraak van de Bosnisch-Servische leider Radovan Karadzic uit 1991, waarin hij waarschuwde voor vernietiging als ze oorlog zouden voeren met de Serviërs in Bosnië. „En dat is precies waar in 1992 aan gewerkt werd”, aldus de aanklaagster.
De nu veertigjarige Stakic was volgens de negentien pagina’s tellende aanklacht als burgemeester en president van de zogenoemde lokale crisisstaf de hoogste civiele autoriteit in en rond Prijedor. Op zijn instigatie voerden eenheden aanvallen uit op dorpen van Bosnische moslims en Bosnische Kroaten, werden onder meer de beruchte kampen Omarska, Keraterm en Trnopolje opgericht en werden duizenden mensen gevangengezet en velen vermoord. In de vierde aangepaste aanklacht hebben de aanklagers een lijst met vele honderden slachtoffers opgenomen voor wier dood Stakic medeverantwoordelijk zou zijn.