Van Anraat komt voorlopig vrij
De Nederlandse zakenman F. van Anraat, die wordt verdacht van betrokkenheid bij oorlogsmisdaden en volkenmoord in Irak, komt voorlopig vrij. De raadkamer van het gerechtshof in Den Haag heeft donderdag besloten zijn voorlopige hechtenis te schorsen. De reden daarvoor is onbekend.
Van Anraat, volgens justitie de vermoedelijke handlanger van de verdreven Iraakse leider Saddam Hussein, zat sinds zijn arrestatie op 6 december vorig jaar in Nederland vast. Het openbaar ministerie vermoedt dat Van Anraat duizenden tonnen grondstoffen voor chemische wapens tussen 1984 en 1988 aan het voormalige regime in Bagdad heeft geleverd. De toenmalige Iraakse regering heeft de chemische wapens ingezet in de oorlog met Iran (1980 tot 1988) en tegen de Koerdische bevolking in Noord-Irak.
De SP heeft minister Donner (Justitie) om uitleg over de vrijlating gevraagd. De partij wil weten hoe de bewindsman kan garanderen dat de verdachte niet opnieuw de benen neemt. Toen Van Anraat in Amsterdam werd opgepakt, stond hij op het punt het land te verlaten. PvdA-parlementariër Wolfsen is benieuwd naar de voorwaarden die het hof heeft gesteld aan de schorsing van de voorlopige hechtenis. Hij wil weten of de verdachte in Nederland moet blijven.
De VVD en het CDA wilden niet inhoudelijk op de vrijlating reageren, omdat ze de feiten en omstandigheden van de zaak niet kennen en omdat er sprake is van een rechterlijke beslissing.
De afgelopen keer was niet de eerste maal dat Van Anraat werd opgepakt. In 1989 werd hij op verzoek van de Verenigde Staten in Milaan aangehouden. Hij vluchtte naar Irak toen na twee maanden zijn uitleveringsdetentie werd geschorst. Hij bleef daar tot de inval van de militaire coalitie in 2003. Daarna kwam hij via Syrië naar Nederland.
De SP en andere partijen in de Tweede Kamer vroegen eind vorig jaar ook al om opheldering in de zaak. Ze wilden meer weten over de bescherming die Van Anraat zou hebben genoten.
Het landelijk parket van het openbaar ministerie, dat het onderzoek naar Van Anraat leidt, meldde eerder dat het onderzoek inmiddels aan het licht heeft gebracht dat de Nederlander vermoedelijk rechtstreeks zakendeed met de toenmalige autoriteiten in Irak. Hij maakte daarbij gebruik van financiële schijnconstructies om zijn betrokkenheid buiten het zicht te houden.
De grondstoffen voor mosterdgas en zenuwgassen kwamen uit Japan en Amerika. Het onderzoek richt zich op 36 leveringen, waaronder twee zendingen voor Irak. Volgens de Verenigde Naties is Van Anraat een van de belangrijkste schakels in het verkrijgen van chemische materialen door Irak.
Uit verschillende bronnen valt af te leiden dat de Nederlander op de hoogte was van de bestemming en het uiteindelijke doel van de door hem geleverde grondstoffen, stelt het OM. Een van de bekendste aanvallen met chemische wapens betreft de vernietiging van het Koerdische stadje Halabja op 16 maart 1988. Tijdens deze aanval werden naar schatting 5000 mensen gedood.