Sako maakte zijn beslissing zaterdag bekend in een open brief op de website van het Chaldeeuwse patriarchaat. Vanuit een klooster in Iraaks-Koerdistan –een autonome regio in het noorden van Irak– zal hij de Iraakse kerk blijven leiden. Op het moment van bekendmaking was Sako in Turkije.

Begin 2013 werd Sako gekozen als patriarch van de Chaldeeuwse Kerk. Later dat jaar erkende de toenmalige president Talabani hem in een presidentieel decreet als patriarch, waarmee hij zeggenschap kreeg over de kerkelijke bezittingen in het land. Paus Franciscus benoemde hem in 2018 tot kardinaal van de Rooms-Katholieke Kerk. De Chaldeeuwse Kerk omvat de grote meerderheid van de christenen in Irak.

President Rashid besloot op 3 juli, net na het bezoek van paus Franciscus aan Irak, het decreet van Talabani uit 2013 in te trekken. Rashid beweert dat dit slechts een correctie is van een constitutionele fout van een van zijn voorgangers, omdat het decreet niet zou voldoen aan de grondwet. Sako verwerpt die bewering en noemt het besluit „ongehoord en oneerlijk”. Volgens hem is het „ongelukkig dat we in Irak leven in een breed netwerk van eigenbelang, partijdigheid en hypocrisie”.

Op de achtergrond van de verwikkelingen staat een jarenlang conflict tussen Sako en de politiek invloedrijke, pro-Iraanse, christelijke Babylon Brigade. Het vertrek van de patriarch houdt mogelijk ook verband met een arrestatiebevel tegen hem naar aanleiding van een klacht wegens laster.