Verscheurd Myanmar glijdt af naar chaos
Luchtaanvallen van de Tatmadaw eisten al menig leven in deelstaat Rakhine in Myanmar. Een allesvernietigende cycloon die half mei overtrok, bracht de regio nieuw onheil. Machthebbers die hulpverleners de toegang weigeren, maken de ellende compleet. De misère staat symbool voor een land dat steeds verder afglijdt.
Minstens 8895 burgerdoden zijn er te betreuren als gevolg van de Russische invasie in Oekraïne. Minder bekend is dat er door toedoen van de militaire coup in Myanmar op 1 februari 2021 ongeveer evenveel dodelijke burgerslachtoffers vielen, namelijk zeker 8640. Het Institute for Strategy and Policy – Myanmar bracht deze opvallende cijfers –die in werkelijkheid vermoedelijk een stuk hoger liggen– vorige maand naar buiten. Laetitia van den Assum, van 1995 tot 2000 de Nederlandse ambassadeur in Myanmar, wijst op de opvallende gelijkenis tijdens een telefonisch interview over recente ontwikkelingen in het land waar de langstdurende huidige burgeroorlog ter wereld wordt uitgevochten.
Zelf spreekt Van den Assum liever van een „volksopstand”. Dat omschrijft volgens haar beter wat er in het land gebeurt, namelijk een leger dat de macht wil, maar steeds meer beperkt wordt door talloze gewapende etnische groeperingen. Het leger, de Tatmadaw, nam zo’n 2,5 jaar geleden de teugels over, kort nadat Aung San Suu Kyi haar positie via een eclatante verkiezingszege had verstevigd. Daarmee werd de sinds 2015 ontluikende democratie hardhandig de nek omgedraaid.
Bestuursimplosie
Sindsdien vinden er door het gehele land gevechten en geweldsincidenten plaats. De intensiteit ervan neemt eerder toe dan af en verbreedt zich ook, zegt de aan Loughborough University in Londen verbonden Myanmarexpert Ronan Lee per telefoon. Inmiddels zijn Birmanen evenmin veilig voor de Tatmadaw. Dat nu ook de ogen van de veruit grootste bevolkingsgroep van Myanmar opengaan voor de ware aard van het leger, zien zowel Lee als Van den Assum als een van de weinige lichtpuntjes in het verscheurde land. „Zij erkennen nu ook wat het leger de etnische minderheid Rohingya’s heeft aangedaan door ze te verdrijven en dat het niemands autonomie en rechten respecteert”, constateert Lee. „De staatsgreep heeft ervoor gezorgd dat vrijwel elke bevolkingsgroep in het land zich eensgezind tegen het leger keert.”
Dankzij de militaire junta ondergaat Myanmar een „catastrofe”, oordeelt Lee. Volgens Van den Assum stortte het leger het land in een „chaos”. In Myanmar is volgens haar een bestuursimplosie gaande. Het lukt het leger niet om de meest basale taken uit te voeren die van een regering mogen worden verwacht. Veel twintigers en dertigers trokken het land uit of sloten zich aan bij etnische legers. Tal van scholen en ziekenhuizen zijn volgens haar gesloten. Zeer bezorgd is de oud-diplomaat over het opschorten van vaccinatieprogramma’s. Zij verwacht dat er hierdoor Myanmarese kinderen, wier immuunsysteem door ontberingen al is verzwakt, zullen sterven aan ziektes als mazelen en difterie.
Het op instorten staan van centraal en lokaal bestuur in het land, waar circa een derde van de 55 miljoen inwoners aangewezen is op humanitaire hulp, zadelt heel Zuidoost-Azië op met problemen, weet Van den Assum. Epidemieën trekken zich niets aan van landsgrenzen, evenals drugssmokkel, mensenhandel en cyberaanvallen. „Alle omliggende landen ervaren de gevolgen.”
Cycloon Mocha
Bezorgd is Van den Assum ook over de voedselvoorziening in het land. Door niet functionerende overheidsdiensten is er nauwelijks zaad en kunstmest in het land. In plaats daarvan is landbouwgrond bezaaid met landmijnen.
Misschien is Rakhine er wel het ergst aan toe. Deze toch al arme deelstaat werd half mei grotendeels verwoest door cycloon Mocha. Vanwege zijn ligging is het land vatbaar voor extreme stormen, maar Mocha bleek een van de zwaarste cyclonen ooit in het land. De wind blies talloze huizen, vluchtelingenonderkomens en gebouwen omver en vernielde ook wegen, bruggen en andere infrastructuur. Nabijgelegen deelstaten en regio’s langs de kust werden eveneens getroffen. Officieel vielen er volgens het militaire regime 145 doden. Datzelfde regime ontzegde vervolgens ngo’s om hulp te komen verlenen. Lee ziet het als indicatie van hoe de „dictatuur” eruitziet. „Ze geven niets om de mensen van het land.”
„Het leger gebruikt humanitaire hulp als wapen”, zegt Van den Assum. „Het wil op deze manier de bevolking en haar succesvolle etnische leger Arakan Army aan zich onderwerpen.” Volgens de oud-ambassadeur is deze werkwijze typerend voor de wreedheid van het regime, dat werkt volgens de zogenaamde four-cuts. Deze doctrine is erop gericht tegenstanders de toegang te ontzeggen tot voedsel, financiën, informatie en rekruten, om ze zo op de knieën te dwingen.
VN-wapenembargo
Geen methode lijkt te bar voor de Tadmawaw, dat al tienduizenden huizen platbrandde, nogal eens met bewoners en al. Bij voorkeur slaat het leger toe vanuit straaljagers en gevechtshelikopters. Want op de grond, met name buiten de grote steden, vrezen militairen van het regeringsleger de steeds professioneler wordende militante groepen.
De strijdende partijen houden elkaar in evenwicht, maar het regeringsleger leunt voor wapens en vliegtuigbrandstof zwaar op Rusland en China. Lee wijst erop dat Myanmar als tegenprestatie Rusland toegang biedt tot een marinehaven in de Golf van Bengalen en ook China de dichtstbijzijnde toegang geeft tot deze zee. Via een pijpleiding gaat er olie en gas uit het land richting China. Met de steun van deze landen heeft Myanmar twee belangrijke bondgenoten in de VN-Veiligheidsraad.
Van den Assum noch Lee ziet op korte termijn een einde aan het conflict. Volgens Lee zijn de dagen van de militaire dictatuur geteld zodra er een VN-wapenembargo komt tegen Myanmar en het land geen vliegtuigbrandstof meer mag importeren. De politieke wetenschapper zou graag zien dat de VN-Veiligheidsraad over deze maatregelen gaat stemmen. „China en Rusland mogen hun vetorecht gebruiken. Maar maak dan de rest van de wereld duidelijk wie er verantwoordelijk is voor het bewapenen van het leger. Landen als Bangladesh, Thailand en India, en donoren als het Wereldvoedselprogramma weten dan aan wie ze de rekening moeten sturen voor het opvangen van de miljoenen vluchtelingen.”