Muziek

Oud goud – gesprekken met musici: componist Bert Kruis

Net als in de zomer van 2021, toen het Reformatorisch Dagblad vijftig jaar bestond, diept de muziekredactie deze zomermaanden een serie oude interviews met musici op uit het archief van de krant. Onder de noemer ”Oud goud” krijgen de gesprekken met dirigenten, organisten, een pianist en een violist een nieuw leven. Vandaag deel 2: Een interview uit december 2001 met musicus Bert Kruis. Evert van Dijkhuizen sprak met hem in de serie ”Notenkraker”, waarin iemand aan het woord kwam die componeert, maar niet zijn brood in de muziek verdient.

Evert van Dijkhuizen
13 July 2023 11:18Gewijzigd op 13 July 2023 11:22
Bert Kruis. beeld RD, Henk Visscher
Bert Kruis. beeld RD, Henk Visscher

„Ik wil graag goede dingen afleveren”

Bert Kruis combineert Zwart/Asma-stijl met invloed Engelse koormuziek

Hij zit liever twee dagen te sleutelen aan een lijvig muziekstuk dan dat hij in een uurtje het zoveelste niemendalletje in elkaar flanst. „Ik wil graag goede dingen afleveren”, zegt musicus Bert Kruis. Zijn composities voor koor en orgel vinden steeds gretiger aftrek. „Ik heb mezelf altijd klein gehouden, maar als collega’s mijn bewerkingen graag zingen en spelen, dan denk ik toch: Je bent op de goede weg.”

19495593.JPG
beeld RD

Je verwacht het niet, maar Bert Kruis is postbode. De 34-jarige inwoner van Noordeloos gaat 24 uur per week van deur tot deur. Drie avonden is hij op pad voor koren in Boven-Hardinxveld, Zwijndrecht en Papendrecht. „Ik heb ze van alle kleuren: een algemeen christelijk, een hervormd en een christelijk gereformeerd koor.” De rest van zijn tijd besteedt Kruis aan orgelspelen en componeren. Zijn koorwerken verschijnen bij Uitgifte Stencilmuziek Langerak (USL), zijn orgelstukken in eigen beheer onder de naam Musica Religiosa. Hij schat zijn uitgegeven oeuvre op dit moment op zeventig tot tachtig nummers.

Een gesprek met Bert Kruis is onmogelijk zonder dat de naam Frans van Tilburg valt. „Frans was mijn eerste orgelleraar. Hij heeft mij muzikaal het meest gevormd. Ik heb acht jaar bij hem geregistreerd en ik ben nog steeds vaste begeleider van al zijn koren. Samen met Frans heb ik acht bundels orgelbewerkingen geschreven, waarvan er inmiddels zeven op cd zijn opgenomen. Onze relatie duurt al meer dan twintig jaar; van leerling, via registrant en collega, zijn we vrienden geworden.”

Uitstapjes

Frans van Tilburg op zijn beurt is oud-leerling van Feike Asma. Ook Bert Kruis plaatst zichzelf in de ”Zwart/Asma-traditie”. Hij doet dat wel met een toevoeging: „Ik weet dat er meer is. De Engelse koormuziek bijvoorbeeld; die spreekt mij erg aan. Ook dat heb ik van Frans. Via zijn koren leerde ik grote werken zoals de ”Crucifixion” van John Stainer en ”From Olivet to Calvary” van John Maunder kennen.

Ik luister veel: orgel, koor, maar ook orkest. Een dirigent als Leonard Bernstein boeit mij enorm. Ik heb zijn biografie gekocht om meer over hem te weten te komen. Als je mijn cd-verzameling bekijkt: daar zit van alles in. Onlangs heb ik het koraalboek van Dick Sanderman gekocht. Ik heb enorm veel respect voor hem gekregen. Die breedte in de muziek, daar hou ik van. Ik mis dat wel eens bij collega’s die in dezelfde hoek worden geplaatst als ik. Hun muzikale blikveld beperkt zich soms tot Zwart en Asma. Ik zal nooit die stijl verloochenen, maar ik maak wel steeds vaker uitstapjes.”

Dat gebeurt bijvoorbeeld als Bert Kruis ’s zondags de gemeentezang begeleidt in de gereformeerde kerk in Hardinxveld-Giessendam. „We zingen ook uit het Liedboek. Die gezangen kun je niet altijd op een romantische manier begeleiden. Dan pak ik nog wel eens de groene bundel, de Liedboekuitgave voor koor en orgel, om te kijken hoe bijvoorbeeld Willem Vogel zijn eigen lied harmoniseert. Daar leer ik veel van.”

Niet terugtrappen

Drieënhalf jaar studeerde Bert Kruis orgel aan het conservatorium in Rotterdam. Zijn leraren waren André Verwoerd en Folkert Grondsma. Hij kapte er voortijdig mee. „Ik was toen al zo druk met allerlei dingen op koor- en orgelgebied dat ik nauwelijks tijd had om te studeren. Bovendien kwamen ze er in Rotterdam achter dat ik me in de romantische hoek bewoog. Dat werd niet geaccepteerd.”

Kruis heeft geen enkele behoefte terug te trappen. „Ik heb niets tegen mijn conservatoriumleraren. Zij hebben ook hun bekwaamheden. En ik moet eerlijk zijn: Ik ging in die tijd soms als een beest tekeer op het orgel. Daar ben ik helemaal van teruggekomen. Hoewel…” Kruis houdt even in. „Op een cd zal ik het nooit meer doen, maar als ik na een zangavond de Dordtse dom leegspeel met bijvoorbeeld ”Dankt, dankt nu allen God” van Asma, dan laat ik hóren dat het van Asma is.”

Terugkijkend komt Kruis tot een opmerkelijk positief oordeel over zijn conservatoriumtijd, zeker als het gaat om het componeren. „Voor die tijd schreef ik ook al wel dingetjes, maar het echte componeren heb ik in Rotterdam geleerd. Ik kreeg daar gedegen theoretische vakken van Jan Kleinbussink, waar ik nu enorm profijt van heb. Ik word er wel eens verdrietig van als ik muziek van collega’s zie die vol zit met fouten. Dan denk ik: Verdiep je nu eerst eens in de theorie en ga dan schrijven.”

Goed doordacht

Niet alleen Frans van Tilburg, ook Jan Bonefaas wordt door Bert Kruis met ere genoemd. Hij zet een cd op met een fugato van zichzelf over het Liedboek-gezang ”Soms groet een licht van vreugde”. Gekruide harmonieën met onverwachte melodische wendingen vullen de kamer. Enthousiast gaat Kruis’ vinger omhoog: „Híér hoor je dat ik veel in Gorinchem zit.”

Kruis maakt het zichzelf tijdens het componeren niet gemakkelijk. „Ik schrijf graag een goed doordacht trio of een strak volgehouden fugato. Dat kost tijd, veel tijd, maar daar hecht ik meer waarde aan dan aan al die voorspelbare koorstukjes of orgelbewerkingen die iedereen kan maken. Wat mij zorgen baart, is dat in het Zwart/Asma-publiek nog steeds maar weinig mensen de waarde van een echte compositie kunnen inschatten.”

Dat manco wordt gelukkig gecompenseerd door de reacties van collega’s, ervaart Kruis. „Als ik van Peter Eilander hoor dat hij mijn orgelbewerkingen gebruikt in zijn lespraktijk, dan ben ik toch een beetje trots. En als ik van mijn uitgever hoor dat koren die eenmaal iets van mij gezongen hebben, vaak opnieuw iets bestellen, dan ben ik gelukkig.”

Uitgebreide koorbewerkingen schreef Bert Kruis onder andere over de Psalmen 138 en 116 en over het Valerius-lied ”Komt nu met zang”, gecombineerd met Psalm 134. Instrumenten als fluit, trompet en hobo spelen een belangrijke rol in deze stukken. „Mijn collega-muzikanten zeggen wel eens: Bij jou hebben we het altijd lekker druk.”

Kruis laat z’n solisten geen goedkope deuntjes spelen, maar fragmenten die rechtstreeks aan het lied zijn ontleend. „Ik hou er niet van snel even iets in elkaar te draaien. Het moet goed zijn, niveau hebben. Van dit soort uitgebreide composities produceer ik er echt niet elke week één. Twee, drie per jaar, dat is al heel mooi. Meestal is een speciale gelegenheid, een jubileum bijvoorbeeld, de aanleiding.”

Gaven gekregen

Spelen met toonsoorten mag Bert Kruis graag doen. „Bij Psalm 138 laat ik het vierde vers, ”Als ik omringd door tegenspoed, bezwijken moet…” in mineur zingen. Bij de regel ”Schenkt Gij mij leven” hoor je ineens weer majeur. Dat wisselt elkaar een aantal keer af. Op die manier beeld ik de tekst uit.”

Aan spelen en componeren wat het grote publiek mooi vindt, heeft Bert Kruis geen behoefte. „Ik zoek geen grote dingen. Ik hoef niet elke zaterdagavond een concert te hebben en ook niet elke week in de krant te staan. Ik heb mezelf altijd klein gehouden; hou niet van grootdoenerij. Ik heb de muzikale gaven van mijn Schepper gekregen. Die wil ik verder ontwikkelen.”

Gevraagd naar een typering van zijn composities, aarzelt Bert Kruis. „Moeilijke vraag. Ik probeer mezelf een beetje richting de Engelse koormuziek te ontwikkelen. Ik ben steeds vocaler gaan schrijven: niet alleen voor koor, maar ook voor orgel.”

Geregeld krijgt Bert Kruis een cd of bandje in handen waarop een collega een van zijn composities uitvoert. Zijn reacties wisselen. „Soms denk ik: Zo heb ik het absoluut niet bedoeld. Soms is de uitvoering anders dan ik het zelf zou doen, maar denk ik toch: Zo kan het ook. Wat móói eigenlijk.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer