Volgens officier van justitie mr. M. van Elsdingen hebben de vier, afkomstig uit Arnhem, op 21 februari vorig jaar het slachtoffer bedreigd en mishandeld. Ook zouden ze hem hebben gedwongen, ondanks de vrieskou, zijn trui en jas uit te doen. Uit angst zou het slachtoffer daarna in de ijskoude IJssel zijn gesprongen. Twee dagen later werd zijn dode lichaam aan de andere kant van de rivier in Lathum gevonden. Onderkoeling zou hem fataal zijn geworden.

Het slachtoffer, deejay in discotheek Get In in Arnhem, had met de mannen ruzie over geld dat zij nog van hem te goed hadden.

Op 21 februari werd hij door de vier mannen meegenomen in de auto. Vervolgens werd het slachtoffer in de uiterwaarden bij Velp geslagen en getrapt en werd hij gedwongen zijn trui en jas af te geven. In paniek zou het slachtoffer vervolgens de IJssel zijn ingesprongen. Het was die avond pikdonker, rond het vriespunt en het water was zes graden.

Het slachtoffer raakte vermoedelijk gedesoriënteerd. Twee dagen later werd zijn lichaam gevonden met veel krassen, waarschijnlijk omdat hij verstrikt was geraakt in prikkeldraad. De moeder van het slachtoffer vertelde de rechters dat haar gezin „kapot gaat van verdriet” omdat nooit duidelijk werd hoe haar zoon precies aan zijn einde kwam. De officier eiste de hoogste straffen (acht en negen jaar cel) tegen twee vrienden van het slachtoffer. Het gaat om de 23-jarige A. D. en de 19-jarige G. A. Die twee hebben volgens hem een lang strafblad en staan als agressief bekend. Samen met het slachtoffer zouden zij bovendien vrouwen hebben gedwongen tot prostitutie.

De andere twee mannen waren meer meelopers, hun rol was beduidend kleiner. Tegen hen eiste hij respectievelijk celstraffen van vier jaar en 367 dagen. De vier mannen ontkennen Laffree opzettelijk de dood te hebben ingejaagd.