Onderzoek: wees kritisch op inzet korte gevangenisstraf
Gevangenisstraffen van korter dan drie maanden lijken niet per se effectiever dan andere straffen zoals bijvoorbeeld boetes of taakstraffen. Dat blijkt uit een literatuurstudie van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC). Jaarlijks leggen de rechters in Nederland ongeveer 20.000 keer een onvoorwaardelijke celstraf op, 70 procent daarvan is korter dan drie maanden.
Uit de studie van het WODC blijkt dat er ten hoogste een „klein, extra afschrikwekkend effect” uitgaat van celstraffen ten opzichte van de andere straffen. Ook wordt er geen verschil in recidive gevonden (hoeveel mensen na een veroordeling in herhaling vallen) of lijken mensen na een korte celstraf juist vaker opnieuw de fout in te gaan in vergelijking met mensen die een andere straf kregen.
Hierbij noemt het WODC ook dat de kosten van een celstraf meestal hoger zijn dan die van een andere straf. Er is wat het WODC betreft vervolgonderzoek nodig om nog meer inzicht te krijgen in de effectiviteit van korte celstraffen ten opzichte van andere straffen. Desalniettemin wordt nu al geadviseerd „terughoudend te zijn” met het beperken van de mogelijkheden van rechters om bijvoorbeeld een taakstraf te geven in plaats van een celstraf.