Philips praat met Britse MHRA over ban op beademingsapparaten
Britse ziekenhuizen mogen bepaalde beademingsapparaten van Philips na de zomer niet meer gebruiken. De Britse toezichthouder MHRA vindt maatregelen die Philips heeft voorgesteld om problemen met de apparaten op te lossen, als enige autoriteit in de wereld namelijk niet voldoende. Het Nederlandse zorgtechnologiebedrijf is nog wel met de Britse toezichthouder in gesprek.
Dit bevestigt een woordvoerder van Philips na berichtgeving van het Eindhovens Dagblad, dat zich baseerde op een in mei uitgedane verklaring van de MHRA. De onderneming hoopt de Britse toezichthouder volgens de zegsman nog wel nog op andere gedachten te kunnen brengen. Lukt het niet om de zorgen weg te nemen, dan moeten de machines per eind september buiten gebruik worden gesteld.
Het gaat om de V60- en V60 Plus-beademingsapparaten. Daarvan zijn er wereldwijd zo’n 100.000 in gebruik, waarvan 2000 in het Verenigd Koninkrijk. Vorig jaar werd al bekend dat de apparatuur door een defect plotseling kan uitvallen zonder dat er een alarm afgaat. Volgens Philips is de kans dat dit gebeurt wel erg klein.
Het bedrijf zegt dat ziekenhuizen ook een extern alarm kunnen aansluiten dat vaak in kamers op de intensive care ingebouwd is. Niettemin heeft de onderneming al maatregelen aangekondigd. Dan komt Philips bij de ziekenhuizen langs om te sleutelen aan het apparaat. Overal ter wereld zijn toezichthouders hiermee volgens de woordvoerder akkoord gegaan, behalve in Groot-Brittannië.
Philips wordt al langer geplaagd door problemen met beademings- en slaapapneu-apparaten en daarmee zijn veel kosten gemoeid. De problemen hebben hoofdzakelijk betrekking op isolatieschuim in bepaalde machines. Dat kon afbrokkelen of chemische stoffen afgeven na contact met bepaalde schoonmaakmiddelen. Voor dit euvel, dat losstaat van de problemen met de V60, moest Philips wereldwijd 5,5 miljoen slaapapneu- en beademingsapparaten vervangen.