OESO kritisch over belastingstelsel en klimaatplannen Nederland
Het Nederlandse belastingstelsel is nodeloos ingewikkeld. Die kritiek uit de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) in een nieuw rapport over de Nederlandse economie. Zo werkt het ongelijkheid in de hand, meent de denktank. Verder zijn de klimaatplannen van de Nederlandse overheid onvoldoende en te veel op de korte termijn gericht. Er zou bewust geïnvesteerd moeten worden om ook de omslag na 2030 verder vorm te geven.
De belastingregels zouden daarom moeten worden versimpeld. Daarbij hoort dat de hypotheekrenteaftrek moet verdwijnen, meent de OESO. Daarbij zou ook de hypotheekruimte nog verder teruggebracht moeten worden tot 90 procent van de koopprijs, terwijl dat nu 100 procent is. Die stap moet zorgen dat de schulden van Nederlanders minder hoog zijn en daarmee minder kwetsbaar als de rentes verder stijgen. Daarbij tekent de OESO wel aan dat veel hypotheekrentes nog voor langere periode vast staan, wat weer wat kwetsbaarheid wegneemt.
In algemene zin staat de Nederlandse economie er goed voor. Maar dat komt deels door steunmaatregelen zoals het energieplafond en de accijnsverlaging op benzine en diesel. Die maatregelen, die ongericht zijn en dus voor iedereen gelden, moeten worden afgebouwd, meent de denktank. In plaats daarvan moeten regelingen komen die zijn gericht op mensen die het echt nodig hebben.
In dat kader heeft OESO het ook over het toeslagenstelsel, dat moet worden versimpeld. Het hindert namelijk de toetreding tot de arbeidsmarkt omdat mensen bang zijn bepaalde sociale regelingen kwijt te raken als ze gaan werken of meer uren gaan werken.
De Nederlandse economie leunt verder nog erg op fossiele brandstoffen, merkt het rapport op. Daardoor dreigt het eigen doel voor 2030, van 55 procent minder broeikasgassen dan in 1990, niet gehaald te worden. De overheid richt zich vooral op meer gebruik van hernieuwbare energie. Maar door belastingvoordelen en subsidieregelingen voor grootverbruikers wordt nog altijd veel olie en gas gebruikt omdat dat goedkoper is dan duurzame energie.
De overheid zou daarom veel meer moeten investeren in onderzoek en ontwikkeling naar groene innovaties. Daarbij zou met name ook steun moeten worden gegeven aan scale-ups, omdat dit een fase is die veel meer geld vereist. Zonder dergelijke investeringen dreigt de energietransitie na 2030 aan snelheid te verliezen.