Bidstond in Elspeet: „Visioen dat Ezechiël kreeg beeld van Israëls bekering”
Aandacht voor Israël is geen hobby van een aantal Israëlfanaten, aldus ds. N. den Ouden woensdagavond tijdens een bidstond in Elspeet. „Het gebed dat ik voor hen doe is tot hun zaligheid. Het gaat Zijn Naam, eer en waarheid aan.”
De bidstond voor Israël was belegd door Stichting Herleving Gebed voor Israël. Deze stichting stelt de puriteinen, de Nadere Reformatie en het Reveil tot voorbeeld in hun verwachting, geloof en vooral gebed voor Israël. Regelmatig organiseert de stichting bidstonden. De bijeenkomst in de hervormde kerk in Elspeet trok ongeveer zeventig belangstellenden.
Ds. Den Ouden, hersteld hervormd predikant in Leerbroek, las Ezechiël 37:1-10, over het visioen van de dorre doodsbeenderen. De profeet staat tussen deze dorre beenderen, „in de ontzettende greep van de dood. Dáár gaat God werken, waar niets meer voorhanden is. En wie zal het dan keren?”
De dood is er door schuld, aldus ds. Den Ouden. „Dood is loon op zonde.” Dat is het beeld van Israël, maar ook van ons, zo zei hij. „De Joden hebben het Woord, maar ze kennen Hem niet. Is de verharding ook niet over reformatorisch Nederland gekomen?” Een bidstond kan nooit zonder verootmoediging, stelde de predikant. „Wie zijn we voor het aangezicht van de Heere?”
Zal er geestelijk herstel zijn van Israël? Zal er geestelijk bloei komen in Nederland? Ds. Den Ouden: „Ezechiël legt het in de handen van de Heere. God neemt altijd redenen uit Zichzelf.”
Het profeteren van Ezechiël is het meest dwaze werk dat je je kunt indenken, zei de predikant. „Hij moet gaan spreken tegen dorre beenderen. Die beenderen gaan leven omdat Christus leeft. Daarom zal Israël leven, want het leven is uit Hem.”
Het Woord van God is een scheppend woord, gaf hij aan. „De beenderen komen in beweging.” Wat echter ontbreekt, is de Geest. „Ezechiël 37 is ten dele vervuld, Israël is teruggebracht. Er is geen ander volk dat na 2000 jaar ballingschap is teruggekeerd op eigen bodem. Een grote beroering. Er is echter nog geen leven, het merendeel wijst Christus af.”
Wat is er nodig? „De Geest Die Heere is en levend maakt.” De predikant noemde het „wonderlijk” dat door het gebed en de profetie van Ezechiël de Geest gaat werken. „De toegenegenheid van mijn hart, zei Paulus, het gebed dat ik doe is tot het behoud van Israël.”
Het visioen dat Ezechiël kreeg is een voorzegging van de bekering van Israël, stelde de predikant. „Laat er aanhoudend gebed zijn.”
Wachtenstijd
Ds. J.P. Boiten, emeritus predikant binnen de Christelijke Gereformeerde Kerken, hield een meditatie naar aanleiding van Leviticus 8. „Heel het volk kijkt biddend uit naar de komst van de hogepriester.” De Bijbel noemt het een tijd van wachten.
Kennen wij ook zo’n wachtenstijd, vroeg ds. Boiten de aanwezigen. „Dat wij een tijd kennen van biddend verwachten, van de vervulling van de beloften van God. Dat we uitzien naar de verschijning van de hemelse hogepriester Jezus Christus. Neem de wacht des Heeren waar.”
Hellenbroek
Ds. M. van Kooten, predikant van de hervormde gemeente in Elspeet, merkte op dat de Joden een apart gezet volk zijn, maar Hem blijven verachten door hun ongeloof. Met het voortschrijden van de eeuwen wordt het deksel van hun ongeloof zwaarder, zei hij. Toch zijn er beloften in de Bijbel die nog niet vervuld zijn. „Helaas hebben veel mensen Israël doorgekrast en daar het volk van God van gemaakt. We mogen Israël niet schrappen.”
Iemand die wel „licht en gezicht” zag in de beloften voor het volk Israël was de nadere reformator en predikant Abraham Hellenbroek (1658-1731), zei ds. Van Kooten. „Hij voorzag onder meer vanuit de beloften in het Oude Testament een grootse opwekking onder het volk der Joden. Als zij waarachtig bekeerd geworden zijn, zal dat een heerlijk perspectief bieden.”