Zorg over weerbaarheid Nederlander in aanloop naar Veteranendag
Een hoge militair van de Koninklijke Luchtmacht maakt zich zorgen over de weerbaarheid van de Nederlandse bevolking. „Dreigingen zijn dichterbij dan ooit. We moeten burgers meer ‘aware’ maken, dus weerbaarder, zonder ze overigens bang te maken.”
Het centrum van Den Haag kleurt komende zaterdag wit. Wit van de plastic anjers die veteranen, burgers en buitenlui zullen dragen. Honderd detachementen marcheren op de Kneuterdijk voorbij aan koning Willem-Alexander. Historische en moderne legervoertuigen en tientallen muziekkorpsen zijn van de partij. Zeventig militairen, net terug van missie, krijgen op de Lange Voorhout de Herinneringsmedaille Vredesoperaties uitgereikt.
De Nederlandse Veteranendag –op de laatste zaterdag van juni– is een jaarlijks eerbetoon aan 100.000 veteranen: mannen en vrouwen van alle leeftijden en missies. Van de Tweede Wereldoorlog tot en met nu. Van deze groep zijn er nog zo’n 25.000 in werkelijke dienst als militair. Het doel van Veteranendag is om maatschappelijke erkenning en waardering voor veteranen te bevorderen. Als opwarmer voor de Veteranendag springen vrijdag tussen de middag parachutisten af boven de Hofvijver om vervolgens te landen in het water.
Voedsel
Luitenant-generaal Mario Verbeek is er zaterdag bij in Den Haag. „Veteranen hebben zich ingezet voor onze vrede en veiligheid.” Als commandant van het Defensie Ondersteuningscommando (DOSCO) geeft Verbeek leiding aan 9000 mensen. DOSCO is relatief onbekend in de samenleving, maar een belangrijk onderdeel van Defensie. Het zorgt bijvoorbeeld voor voedsel, gezondheidszorg, gebouwen, oefenterreinen, onderwijs en personeelsdiensten. Zo kunnen marine, landmacht, luchtmacht en marechaussee zich richten op hun hoofdtaken: operaties op zee, land en in de lucht voor vrijheid, veiligheid en welvaart.
Verbeek (61) bouwde een carrière op binnen de Koninklijke Luchtmacht. Als driesterren-generaal gaat hij begin september met functioneel leeftijdsontslag. Vrijheid is volgens Verbeek geen vanzelfsprekendheid. „Nederland is een gelukkig land”, zegt hij op de Kromhoutkazerne in Utrecht, waar het hoofdkwartier van DOSCO is gevestigd. „Vanuit het westen lijkt er geen dreiging van water want daar hebben we dijken, in het oosten lijken de Russen ver weg. Toch is dat naïef. Dreigingen zijn dichterbij dan ooit. We moeten burgers meer ‘aware’ maken, dus weerbaarder, zonder ze overigens bang te maken.”
Kaarsen
Verbeek hamert op bewustwording. „Wie heeft er bijvoorbeeld een zaklantaarn en kaarsen in huis? Een paar blikken voedsel? Wie weet nog wat een schuilkelder is? We kijken naar Oekraïne, maar geloven niet dat we zelf betrokken kunnen raken. Toch is de kans op een gewapend conflict vele malen groter dan de kans dat je de hoofdprijs wint in de Oudejaarsloterij. Het is goed dat te beseffen en weerbaarder worden.”
De D van Defensie in DOSCO is volgens Verbeek meer dan ooit vetgedrukt. „De dreiging wordt dominanter. In militaire kringen is dat absoluut geen vraag. Bescherming van burgers is de core business van Defensie. Tussen nu en vijf jaar is er ècht wel wat meer aan de hand. De wereld is nog nooit zo onveilig geweest, zo instabiel.”
Als de dreiging dominanter wordt, moet Defensie nadenken over maatregelen passend bij die dreiging, vindt luitenant-generaal Verbeek. „Bewaken en beveiligen bijvoorbeeld is niet galant zijn en het hek voor vreemden openhouden en ze ook nog de weg wijzen naar de F-16 of het marine fregat. We zitten op 400 locaties in Nederland. Iedereen, van soldaat tot generaal, moet zicht bewust zijn van de veiligheidssituatie.”