Voor een overvolle publieke tribune werd tot in de kleine uurtjes gediscussieerd over het debacle rond de Barneveldse woonwijk. Inzet was het vertrouwen in het college. Dat bleek echter ruimschoots aanwezig. Twee moties van wantrouwen werden met ruime meerderheid verworpen.

Vorige week had een speciale onderzoekscommissie nog een vernietigend oordeel uitgesproken over de rol van met name het Barnevelds college. Dit wist al langer dat het misging rond de wijk maar had niets met die informatie gedaan, aldus de commissie. Die vlieger leek echter alleen op te gaan voor wethouder E. Barten (SGP), die maandagmiddag aftrad. Hij had, naar vorige week bleek, zitting gehad in de stuurgroep rond Veller, samen met de in september afgetreden wethouder J. W. Bakkenes. Barten verklaarde maandag „geen ruimte meer te zien voor een vruchtbare samenwerking.”

Dinsdagavond moesten de twee overige wethouders, Louman (Pro ’98) en Fledderus (CDA), zich verdedigen. Ze konden de raad overtuigen van hun onwetendheid over het project Veller. Louman maakte met raadsstukken aannemelijk dat het onderwerp zelfs maar zelden aan de orde was geweest in het college. Louman: „Ik verwijt mezelf juist dat ik er niet meer van wist.” Ook burgemeester Burgering gaf zijn falen toe. „Voor u zit nu eenmaal geen ideaal mens”, stelde hij.

Het aantrekken van het boetekleed werkte positief uit voor het college. De CDA-fractie sprak al na de eerste reactie van de wethouders haar steun aan het college uit. Ook de SGP nam gas terug. De fractie had van tevoren aangegeven een motie van wantrouwen mogelijk te zullen steunen. Dit omdat ze vond dat de overgebleven collegeleden de schuld op de afgetreden bewindslieden afschoven.

De SGP stak de hand dinsdagavond vooral in eigen boezem. Fractievoorzitter G. Schotanus ging in zijn verklaring zelfs diep door het stof. Hij bood raadsleden en stemmers zijn excuses aan voor het falen van zijn fractie. „Als raadsleden zijn we allemaal schuldig”, aldus Schotanus. „Hadden we het college dichter op de huid gezeten, dan was dit niet gebeurd.”

Al aan het begin van de avond diende de ChristenUnie-fractie een motie van wantrouwen in tegen het college, uitgezonderd de pas aangetreden wethouder Tijmensen. Aan het eind van de avond werd de motie met grote meerderheid verworpen. Het raadslid Van Essen van Lijst 6 diende nog een motie in tegen het college inclusief Tijmensen, maar die kreeg alleen zijn eigen stem.

Wel werd een motie aangenomen waarin de raad het college voorstelt te komen met een systeem dat een betere controle op de uitvoering van collegeplannen mogelijk maakt. Dit om problemen zoals rond Veller te voorkomen. Wethouder Tijmensen toonde zich voorstander van zo’n systeem en verklaarde binnen enkele weken met een voorstel daarvoor te zullen komen.

Ondanks zijn opstappen in september hield oud-wethouder J. W. Bakkenes de gemoederen in de raadzaal bezig. Dit omdat hij onlangs in de Barneveldse Krant stelde dat hij bij de grondaankopen gehinderd was door het optreden van raadsleden. Die zouden hun kennis over de woonwijk hebben misbruikt door grondbezitters aan te sporen hun grond niet aan de gemeente te verkopen.

Vrijwel alle fracties verklaarden omzichtig dat dit verwijt hun leden niet trof. W. van Essen van Lijst 6 bekende uiteindelijk de informatie te hebben gelekt. „Ik was toch al tegen de grondaankopen”, zo zei hij. Het bleek echter een grap van het raadslid, wat hem op een reprimande van de burgemeester kwam te staan. Het werd al met al niet duidelijk op wie Bakkenes precies doelde.