„Misvatting dat je als ambtsdragers onderling vertrouwelijke informatie mag delen”
Wekelijks een blik op de kerkelijke bladen, aangevuld met citaten uit de kerkelijke wereld.
„Ambtsdragers vervullen niet de rol van hulpverlener. Zo nodig verwijzen zij door. Maar soms zijn ambtsdragers van beroep óók hulpverlener. Of hun vrouw is dat. Dan komen ambt en hulpverlening dicht bij elkaar. Als je aan één van hen hulp zou vragen, kan dat ingewikkeld worden. Natuurlijk besluit een hulpvrager zelf bij wie hij/zij hulp vraagt. Vaak wordt dat iemand op afstand. Dan kom je je hulpverlener niet in de kerk tegen. Veel mensen hebben dat ook liever niet. Zo is er afstand tussen het gemeenteleven en de hulpverlening.
Er zijn ook gemeenteleden die geen moeite hebben met een hulpverlener uit de eigen gemeente. Ook niet als die ambtsdrager is, of als het de vrouw van een ambtsdrager is. Er is vertrouwen in de (deskundigheid van de) hulpverlener. (…)
De hulpverlener zelf draagt ook verantwoordelijkheid. Is het mogelijk en verstandig om hulpverlener van een mede-gemeentelid te zijn? Of is doorverwijzen naar een collega beter? Soms moet je als hulpverlener confronteren of spiegelen. Dat kan schuren bij betrokkene. Als dit uitloopt op verwijdering, en de hulpverlener is ook lid van dezelfde gemeente, kan dit negatieve gevolgen hebben voor de houding van de hulpvrager naar de gemeente.Als de hulpverlener óók ambtsdrager in de eigen gemeente is, kan het lastig worden. Vandaag iemand in een behandeling spreken en morgen tijdens een huisbezoek, is niet te combineren. Een andere ouderling zal het huisbezoek moeten doen. Rollen en verantwoordelijkheden lopen door elkaar en dat is voor hulpvrager en hulpverlener verwarrend.
Ook kan het zijn dat iemands naam valt tijdens een kerkenraadsvergadering. Dan moet je als ambtsdragerhulpverlener zwijgen, want je hebt geheimhoudingsplicht. Informatie uit hulpverlening mag niet zonder toestemming van de hulpvrager gedeeld worden. Een gemeentelid dat in therapie is, kan wel toestemming aan een ambtsdrager geven om bepaalde informatie met een andere ambtsdrager te delen.
Ook in het pastoraat geldt de regel van vertrouwelijkheid. Het is een misvatting dat je als ambtsdragers onderling vertrouwelijke informatie mag delen omdat er toch een ambtelijke geheimhoudingsplicht geldt. Schenden van geheimhouding is tuchtwaardig. Het is goed om te bedenken dat dit ook geldt als het om kinderen en jongeren gaat. (…)
Een andere situatie is dat de vrouw van een ambtsdrager hulpverlener is. Zij is zelf geen ambtsdrager. Dat maakt de situatie anders. Het consequent handhaven van geheimhouding is hierbij het sleutelwoord. Dat geldt naar beide kanten: de man zwijgt als ambtsdrager over pastorale contacten, de vrouw zwijgt als hulpverlener over hulpverleningscontacten. Dit is mogelijk en de geheimhoudingsplicht verplicht beiden er ook toe. Gemeenteleden denken soms dat ”de vrouw van” op de hoogte is van wat er in ambtelijke gesprekken met haar man vertrouwelijk gedeeld wordt. Dat mogen ambtsdragers echter niet vertellen. Wel kan er door anderen, ”van buitenaf”, informatie ter ore komen.
In de situatie van de pastorie is het bovendien begrijpelijk dat de vrouw van een predikant het nodige ter ore komt. Zij staat hem als predikantsvrouw bij in het werk in de gemeente. Denk aan de gezamenlijke bezoeken bij gemeenteleden, het ontvangen van hen in de pastorie of de telefoontjes waarbij iemand gelijk van wal steekt en van alles vertelt. Toch is er ook dan het ambtsgeheim. Predikantsvrouwen die daarover waken en daarin de gemeente dienen, verdienen alle respect.
De gouden regel is dat ambtsdragers zwijgen over wat hun tijdens hun ambtsuitoefening (inclusief vergaderingen) aan vertrouwelijke informatie ter ore komt. Hierin is geen verschil met hulpverlening. In complexe situaties kan een ambtsdrager overleggen met een medebroeder in de kerkenraad. Het gemeentelid moet op de hoogte zijn van dit overleg. Het beperkt zich tot datgene wat nodig is. Bovendien zwijgen beide ambtsdragers over wat hun is toevertrouwd.
Zowel in hulpverlening als in pastoraat leggen de grenzen van geheimhouding het fundament voor veiligheid en vertrouwen. Het bewaken van grenzen is altijd heilzaam. Als grenzen vaag en overschreden worden, heeft dat grote gevolgen.”
In De Saambinder, kerkelijk weekblad van de Gereformeerde Gemeenten, reflecteert Paul Eikelboom op de rollen van ambtsdrager en hulpverlener binnen een kerkelijke gemeente.