Projectontwikkelaars houden vol: bouw vaker buiten steden
Vanwege de stagnatie in de woningbouw zouden gemeenten vaker moeten kiezen voor bouwlocaties buiten de stad. Daarop blijft directeur Jan Fokkema van de branchevereniging voor projectontwikkelaars NEPROM hameren.
Een jaar geleden boden de Nederlandse projectontwikkelaars minister Hugo de Jonge (Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening) al een concreet plan aan voor een aantal nieuwe wijken en steden. „De knop moet nu echt om, zodat op korte termijn betaalbare woningen gerealiseerd kunnen worden”, zegt Fokkema in reactie op de nieuwste cijfers van het Economisch Instituut voor de Bouw (EIB). Daaruit blijkt dat de bouw van nieuwe woningen naar verwachting sneller terugloopt dan gedacht.
Het EIB berekende dat er in 2023 vermoedelijk 6,5 procent minder wordt gebouwd ten opzichte van vorig jaar. Voor volgend jaar verwacht het onafhankelijke onderzoeksbureau nog eens een daling van 8 procent. Eerder dit jaar gingen de onderzoekers nog uit van een daling van 3,5 procent in 2023 en 5,5 procent in 2024.
De grootste klappen vallen in de nieuwbouw. Belangrijkste redenen zijn volgens Fokkema de gestegen rente en hogere bouwkosten. Maar er worden ook minder en minder snel vergunningen verleend. „De stagnatie bij het verlenen van bouwvergunningen gaat vooral om stadswoningen”, zegt hij. „Gemeenten willen daar graag bouwen, terwijl dat ongelofelijk lastig is. Je hebt bij een woontoren te maken met veel belanghebbenden die het proces kunnen vertragen”, legt de directeur uit. Hij doelt daarmee op omwonenden die bijvoorbeeld bezwaar kunnen maken vanwege schaduw, geluidsoverlast of een gebrek aan parkeerplaatsen als er in een wijk veel woningen bij komen. Het proces van de vergunningverlening kan daardoor flinke vertraging oplopen.
Projectontwikkelaars zouden daarom graag zien dat er vaker voor een buitenstedelijke locatie wordt gekozen. „We hebben locaties die relatief goedkoop zijn en waar je snel aan de slag kan”, zegt Fokkema. Het gaat dan niet om natuur, maar om bijvoorbeeld weilanden. „De grond is vaak al in handen van de gemeenten en er zijn minder omwonenden. Vergunningen zijn daardoor sneller binnen.” Een ander voordeel is volgens hem dat er op zo’n plek op basis van een bestemmingsplan veel meer woningen gebouwd kunnen worden. „In de stad heb je het over een paar honderd, hier kunnen in een keer duizenden woningen neergezet worden die ook nog eens veel goedkoper zijn.”
Het kabinet wil voor 2030 ruim 900.000 nieuwe woningen neerzetten.