Tegen de 39-jarige ex-man van H., D.R., uit Hannover, heeft justitie ook zestien jaar geëist. Hij zou samen met de vrouw de moord hebben beraamd.

Op 4 mei werd het stoffelijk overschot van de man gevonden in een sloot in Koog aan de Zaan. Het slachtoffer was door geweld om het leven gebracht. Hij werd sinds 6 maart 2001 vermist.

De vrouw zou de moord hebben gepleegd samen met de 37-jarige Oostenrijker W.J. Deze man heeft bekend. Hij wordt berecht in Oostenrijk. Ook de ex-man van H., de 39-jarige D.R. uit Hannover, zou bij de moord betrokken zijn geweest. Alle drie de verdachten waren verslaafd aan harddrugs. H. woonde sinds enkele weken voor de moord bij het slachtoffer in huis en had een relatie met hem.

De vrouw en haar ex vluchtten na de moord met de auto van het slachtoffer naar Spanje. Daar roofden zij de bankrekening van het slachtoffer leeg. In juli vorig jaar hield de Spaanse politie het stel aan. In augustus volgde hun uitlevering aan Nederland.

Tijdens de rechtszitting ontkende H. dat zij het slachtoffer heeft vermoord. Wel gaf ze toe dat ze het plan had bedacht om de man te beroven. Dat plan zou uit de hand zijn gelopen. Volgens haar heeft J. de man daadwerkelijk vermoord.

Officier van justitie Peters gaat ervan uit dat H. zelf heeft meegeholpen om het slachtoffer te doden. De Zaandijker was op zijn hoofd geslagen en daarna gewurgd. Volgens de officier wijst correspondentie tussen H. en haar ex-man erop dat de vrouw al langere tijd bezig was met de voorbereiding van de moord.

R. zou stilzwijgend hebben meegewerkt aan dit plan. Hij verklaarde echter dat hij helemaal niets met de zaak te maken heeft. Verder zweeg hij over alle beschuldigingen.

De rechtbank doet 26 april uitspraak.