Oud-premier Antillen: herstelbetalingen nu nog noodzakelijker
De conclusies van het onderzoek naar de rol van de Oranjes en de Nederlandse staat in het slavernijverleden, maken het des te noodzakelijker dat Nederland herstelbetalingen doet en dat de koning excuses aanbiedt. Dat stelt de oud-minister president van de Nederlandse Antillen, Suzy Camelia-Römer.
In het onderzoek is te lezen dat de Oranjes op uiteenlopende manieren hebben geprofiteerd van de kolonies en dus van slavernij. De Oranjes hebben, omgerekend naar hedendaagse prijzen, zeker 545 miljoen euro verdiend aan de Nederlandse kolonies, waar slavernij wijdverbreid was. „Via de Staat” speelden ook lagere overheden, kerken, handelsondernemingen en andere bedrijven een belangrijke rol. Het onderzoek Staat en Slavernij dat donderdag naar buiten kwam, is het resultaat van een motie waarin de ChristenUnie het kabinet twee jaar geleden opriep om het slavernijverleden onafhankelijk te laten onderzoeken en „inzichtelijk te maken wat er heeft plaatsgevonden ten tijde van de slavernij”.
Camelia-Römer zegt niet verbaasd te zijn over die uitkomsten. „Iedereen die een beetje de historie kent, ziet een lijn tussen slavernij en het Huis van Oranjes.” Ze wil „wel herstelbetalingen aan de staat en op basis van een programma, niet aan individuen.” Ze wil dat er geld komt voor onderwijs, volksgezondheid en economie. „Punten waar je de effecten van kolonialisme en slavernij nog ziet.” Ook moeten onderzoeksinstituten op de voormalige koloniën worden gefaciliteerd, zodat met „een niet-Europese blik historisch onderzoek kan worden gedaan”.
Op 1 juli wordt herdacht dat 150 jaar geleden feitelijk een einde kwam aan de slavernij onder Nederlands bewind. Bij een herdenking in Amsterdam zal de koning die dag een toespraak houden. Naar verluidt zal hij, in navolging van premier Mark Rutte, zijn excuses aanbieden. Rutte deed dat eind vorig jaar.
Het kabinet laat zelf ook vervolgonderzoek doen en zal daarvoor in gesprek gaan met nazaten van tot slaaf gemaakten en wetenschappers over hoe dit onderzoek wordt vormgegeven.