Opinie

Wordt de burger bedrogen? (2)

Is de overheid een sluwe vos? Of een eerlijke duif? Als de twijfel hierover bij ons dieper gaat zitten en de boventoon gaat voeren, komen we in een moeilijk land te leven. Wie de overheid niet vertrouwt, zal zich niet vanzelfsprekend aan de wet houden. En zich misschien ook minder inzetten voor de samenleving.

Jaco van den Brink
13 June 2023 18:51
„Na het Groningendebat in de Tweede Kamer vraag ik me af of ministers hun ministeriële verantwoordelijkheid niet serieuzer moeten gaan nemen en sneller moeten aftreden bij fouten. Met het oog op het burgervertrouwen.” beeld ANP, Robin Utrecht
„Na het Groningendebat in de Tweede Kamer vraag ik me af of ministers hun ministeriële verantwoordelijkheid niet serieuzer moeten gaan nemen en sneller moeten aftreden bij fouten. Met het oog op het burgervertrouwen.” beeld ANP, Robin Utrecht

Hoe dan ook, handhaving van de wetten vereist dan steeds meer politie, meer toezichthouders en meer bureaucratie. De overheid gaat meer proberen ons in haar greep te houden. Daarbij worden altijd fouten gemaakt, waardoor het burgervertrouwen verder afneemt. Als de burgers dus de overheid wantrouwen, wantrouwt de overheid de burgers ook. Het omgekeerde is ook waar.

Kortom: er is alle reden om ons best te doen om dit vertrouwen over en weer zoveel mogelijk op peil te houden. Vanzelfsprekend is dat vertrouwen immers niet. Risico’s zijn bijvoorbeeld: ingewikkelde regels, stikstofbeleid dat wetenschappelijk (grotendeels) wel gefundeerd is en geijkt is aan EU-beleid, maar burgers in de agrarische sector veel harder raakt dan de beleidsmakers lijken te beseffen, een parlement dat in zijn optreden niet altijd respect afdwingt. De aanvallende stijl van populistische politici helpt daarbij niet en evenmin de denigrerende suggestie van progressieve politici dat conservatieve opvattingen maar blokken aan het been zijn.

Wat ook niet helpt, is dat de regering denkt: vertrouwen is goed maar controle is beter. Dat geldt ook voor deze gedachte: er zijn soms nog misstanden en daar is extra wetgeving altijd een oplossing voor. Minister Wiersma bijvoorbeeld geeft er regelmatig blijk van dat hij meer vertrouwen heeft in wetten en inspectie dan in het onderwijsveld zelf. Alleen al vanwege het belang van vertrouwen tussen burgers en overheid denk ik dat het land hiermee niet gediend is. En tot slot: na het Groningendebat vorige week in de Tweede Kamer vraag ik me af of ministers hun ministeriële verantwoordelijkheid niet serieuzer moeten gaan nemen en sneller moeten aftreden bij fouten. Met het oog op het burgervertrouwen.

Laat ik echter snel stoppen met vingerwijzen naar de overheid. Punt is niet dat politici onbetrouwbaar zijn of het landsbelang niet willen dienen, maar eerder dat zij te veel willen dichtregelen. Als burgers moeten we onze verwachtingen van de staat ook temperen; die kan gewoon niet van kraamzorg tot ouderenzorg alles voor ons doen.

In de juridische wereld duiken de boeken, wetten en jurisprudentie over elkaar heen vanwege het streven naar méér vertrouwen. De overheid probeert hier dus duidelijk aan te werken. Recent voorbeeld is de uitspraak over de eigenaar van een parkeerterrein die dat afsloot met een slagboom en een betaalpaal. De gemeentelijk toezichthouder had gemeld dat dit inderdaad mocht. Maar: het gemeentebestuur bepaalde vervolgens dat het níet mocht, dat de slagboom weg moest, in het belang van de omwonenden. De bestuursrechter oordeelde: de gemeente mocht eisen dat de slagboom toch verwijderd werd en het publieke belang zwaarder laten wegen dan de toezegging. Maar dan moest de gemeente deze eigenaar wel zijn slagboom en betaalpaal vergoeden. Om recht te doen aan het gewekte vertrouwen.

Behalve juridische verbeteringen moet er, zo betogen sommigen terecht, ook een ”rechtsstatelijke cultuur” ontstaan, zowel bij de overheid als bij de burgers. Die cultuur moet de nadruk leggen op ”rechtsstatelijke deugden” die de vos op afstand houden en de duif dichtbij brengen. Niet alleen die van betrouwbaarheid en rechtvaardigheid, maar ook die van dienstbaarheid en benaderbaarheid. En inlevingsvermogen. Als we (als burgers en als overheid) proberen ons in te leven in iemand met een ander standpunt, dan gaan we er bijna nooit meer van uit dat iemand verkeerde bedoelingen heeft. Maar ook matigheid is nodig. Daardoor neemt de burger zijn eigen verantwoordelijkheid voor zijn omgeving en weerstaat de overheid de neiging om alles dicht te regelen.

De belangrijkste deugd is misschien wel de hoop op het hiernamaals. Allereerst bij ons als burgers. Deze wereld is het niet waard om het geluk ervan te verwachten. Als we dat wel doen, stellen we te veel vertrouwen in (bijvoorbeeld) de overheid. Dan raken we onnodig teleurgesteld. Wie het echte leven van boven verwacht, raakt nooit teleurgesteld.

De auteur is advocaat bij BVD advocaten.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer