De 56–jarige Hallums werd op 1 november samen met de Filipijn Robert Tarongoy ontvoerd uit het huis in het stadsdistrict Mansour waar zij verbleven. Beiden waren op dat moment werkzaam voor een Sauduisch bedrijf dat catering levert aan het Amerikaanse leger.

Op de band zegt Hallums, terwijl een geweer tegen zijn hoofd gehouden wordt, dat hij voor de Amerikaanse strijdkrachten heeft gewerkt en hulp nodig heeft omdat zijn leven daardoor in gevaar is. ‘Ik vraag de Amerikaanse president George Bush niet om hulp, omdat ik weet dat hij egostisch is en zich niet bekommert om degenen die in deze hel zijn beland. Ik vraag Arabische leiders mij te helpen in deze situatie, opdat ik zo snel mogelijk kan worden bevrijd van dit definitieve einde. Ik zal me de rest van mijn leven, mocht ik blijven leven, deze gunst blijven herinneren en ik vraag mijn familie te helpen omdat mijn gezondheid erg slecht is’, zo luidt Hallums’ smeekbede.