Meditatie: Onbegrijpelijke liefde
Jeremia 32:41
„En Ik zal Mij over hen verblijden, dat Ik hun weldoe; en Ik zal hen getrouwelijk in dit land planten, met Mijn ganse hart en met Mijn ganse ziel.”
Gods liefde tot Zijn volk deed Hem blij zijn en een zoet welgevallen nemen door hen te zegenen. De profeet zegt tot troost van Gods volk in de laatste dagen: „De Heere, uw God, (…) zal over u vrolijk zijn met blijdschap; Hij zal zwijgen in Zijn liefde; Hij zal Zich over u verheugen met gejuich” (Zefanja 3:17).
Zo moet en zal ieder gelovig zondaar zich verblijden in het overdenken van de Heere Jezus, daar ze in Hem een bijzonder welgevallen vindt. Zo toonde dit de bruid in het Hooglied (Hooglied 1:13-14; 2:3; 5:10 en 16). Dit is het bewijs van ware liefde tot Hem. Waar dat niet gevonden wordt, daar is geen liefde tot Jezus. Maar dit kenmerk zal nog meer blijken, en zodanig omschreven worden, dat geen anderen dan alleen ware liefhebbers van Jezus het rechte welbehagen in Hem scheppen. Wie Jezus liefheeft en door de liefde een oprecht welbehagen in Hem heeft, die heeft Hem lief en verlustigt zich in Hem als in de Fontein van zijn heiligmaking en wijsheid, als ook omdat Hij vergeving en rechtvaardigmaking kan en wil geven aan Zijn gelovigen.
Jacobus Koelman, predikant te Sluis
(”Van de liefde tot de Heere Jezus”, 1690)