De NS maakte in 2016 afspraken met de vakbonden over een nieuwe cao. Daarbij werd een onregelmatigheidstoeslag afgesproken over hun wettelijke vakantie-uren, die met terugwerkende kracht vanaf 2012 werd betaald. Maar NS-personeel heeft meer vakantie-uren dan alleen de wettelijke en enkele werknemers kaartten aan dat ze hun onregelmatigheidstoeslag ook over de andere uren zouden moeten ontvangen.

De rechter ging daar in mee en uiteindelijk ook de Hoge Raad. Eerder had de advocaat-generaal al het advies gegeven om het NS-personeel in het gelijk te stellen. Er is namelijk een wettelijke verplichting om het volledige loon door te betalen voor alle vakantie. Dat geldt ook voor de onregelmatigheidstoeslag.

NS laat in een reactie weten „uiteraard uitvoering te gaan geven” aan het vonnis. Daarover gaat het spoorbedrijf met de vakbonden in overleg. Dat heeft NS inmiddels ook aan de bonden laten weten, bevestigt FNV Spoor. Die bond geeft verder aan verheugd te zijn voor de NS’ers dat ze gelijk hebben gekregen. De uitspraak is „een opsteker voor de vele NS’ers die onregelmatig werken”.

De drie werknemers die de zaak hebben aangespannen eisten tussen mei 2012 en mei 2018 tussen de 1544 en 3238 euro aan achterstallig loon. Mogelijk zijn die bedragen nog toegenomen. Ook zijn er veel meer werknemers die recht hebben op een nabetaling, omdat veel treinpersoneel onregelmatige uren werkt. NS zegt nog geen beeld te hebben van de precieze kosten. „Maar het zal om een serieus bedrag gaan”, bevestigt een woordvoerster.