Hij sprak tijdens een speciale zitting van de Algemene Vergadering waarin de bevrijding van het nazi-concentratiekamp Auschwitz, donderdag precies zestig jaar geleden, werd herdacht. „Hoe kon een dergelijk kwaad geschieden in een ontwikkeld en beschaafd land in het hart van Europa, wiens kunstenaars en denkers de wereld zo veel hebben geschonken?” vroeg Annan zich hardop af. „Het enige dat het kwaad nodig heeft om te kunnen zegevieren, is dat goede mensen niets doen”, gaf hij zelf het antwoord.

Annan wees erop dat de internationale gemeenschap er, ondanks de ervaringen uit de Tweede Wereldoorlog, niet in is geslaagd nieuwe genociden in Cambodja, Rwanda en voormalig Joegoslavië te voorkomen. Ook vroeg hij dringende aandacht voor de situatie in de Sudanese provincie Darfur.

De Duitse minister van Buitenlandse Zaken, Joschka Fischer, verzekerde de wereldgemeenschap dat zijn land „diep doordrongen is van de historische morele verantwoordelijkheid voor Auschwitz.”

Het was voor het eerst in de geschiedenis van de volkerenorganisatie dat in een speciale sessie van de Algemene Vergadering werd stilgestaan bij de holocaust. De opvallendste spreker was Elie Wiesel, winnaar van de Nobelprijs voor de Vrede in 1986 en overlevende van Auschwitz.

Wiesel zei dat het ook vandaag nog niet te bevatten is hoe het kan dat zo veel intelligente, hoogopgeleide Duitsers zich schuldig hebben gemaakt aan wandaden.