Binnenland

Levend dorp als monument voor het leven rond de Zuiderzee

Siebe Jan Bouma had een droom: de Zuiderzeecultuur vastleggen voordat die definitief verdween. Het museum waarin dat gebeurt, heeft hij niet voltooid gezien. Een museum dat nu alle moeite doet om niet te veranderen.

L. Vogelaar
2 June 2023 18:42Gewijzigd op 2 June 2023 18:46
Ontwerp van het buitenmuseum door architect S.J. Bouma, oprichter van het Zuiderzeemuseum in Enkhuizen. beeld Zuiderzeemuseum
Ontwerp van het buitenmuseum door architect S.J. Bouma, oprichter van het Zuiderzeemuseum in Enkhuizen. beeld Zuiderzeemuseum

Donderdagmiddag verzamelden medewerkers en oud-medewerkers –sommigen hoogbejaard– zich op de binnenplaats van het Zuiderzeemuseum in Enkhuizen om herinneringen op te halen. Naast een reünie was het ook de opening van een tentoonstelling over de totstandkoming van het museum, dat dit jaar stilstaat bij het 75-jarig bestaan.

Het museum kwam er, maar voordat het zover was, klotsten er heel wat golven over het basalt van de IJsselmeerkust. „Als kind wist je: woorden als Rijk, gemeente, departement waren geen leuke dingen”, zegt Annelies Bouma, de inmiddels 85-jarige dochter van de oprichter. Haar vader werkte lange dagen om zijn ideaal te verwezenlijken. „Het ging hem niet vlug genoeg.”

In 1959 overleed hij op 60-jarige leeftijd. „Ontzettend jammer” vindt zijn dochter het dat hij de realisatie van het buitenmuseum niet heeft meegemaakt. „Het is veel groter geworden dan hij ooit heeft gedacht.” Ook het idee om bezoekers per boot naar het museum te vervoeren –handige oplossing van het parkeerprobleem– zou hij „fantastisch” hebben gevonden.

Met een ander plan ging het veel sneller: Bouma ontwierp ook Madurodam. Dat park kwam er al snel.

Levend dorp

De tentoonstelling ”75 jaar Zuiderzeemuseum” –te bezichtigen tot 24 september– begint met een citaat van de oprichter, die in 1942 al schreef: „Het moet een levend dorp worden met werkende mensen, met in- en uitvarende schepen, waar de zaagramen van de molen op en neer gaan, waar de scheepstimmerman de houten flanken van een botter bewerkt, waar de smid op het aambeeld klopt, waar de vissers op de rand van de kade bezig zijn met het tanen van netten en zeilen, waar de rokerij haar pikante geuren vermengt met die van teer en harpuis –mengsel voor de bescherming van schepen, LV– tot dat ondefinieerbare parfum, dat iedere vakantieganger in de Zuiderzeeplaatsen tot verrukking heeft gebracht.”

19370189.JPG
Aankomst van het kaaspakhuis uit Landsmeer bij het buitenmuseum 1980. beeld N.J. Steltenpool

De expositie laat zien hoe jarenlang gesleuteld is aan het ontwerp van het buitenmuseum en hoe er gezocht is naar geschikte panden, interieurs en gebruiksvoorwerpen. Dat gebeurt niet zonder zelfkritiek. Sommige gebouwen werden door hun overplaatsing gered van de sloop, maar andere keren waren bewoners niet blij als iets uit hun woonplaats verdween. Toen de brug van het Friese Jorwerd naar het museum werd overgebracht, leidde dat tot protest van de bevolking.

Oud-medewerkers Thedo Fruithof en Victor Kersten vertellen over de opbouw van het museum. Fruithof kreeg soms opeens de tip dat ergens een huisje weg moest. „Dan reden we erheen, in mijn Eend, en maten het gebouw op. Terug in het museum maakten we een model, 1:100, en zochten een geschikte plek.”

Er ging ook weleens wat mis. Of er was geen geld. Bezoekers van de reünie werden donderdag uitgenodigd hun herinneringen op te schrijven en op een houten bord te bevestigen.

Bezienswaardigheid

Sommige gebouwen zijn in hun geheel overgeplaatst. Andere werden in stukken gezaagd en in het museum weer opgebouwd. Er zijn er ook die steen voor steen werden herbouwd. Samen met kleurige klederdrachten, vissersschepen, ambachten en tradities laten ze zien hoe er werd geleefd en gewerkt in de vissersplaatsen langs de Zuiderzee. Totdat de aanleg van de Afsluitdijk alles veranderde. Definitief.

Bouma was directeur van het Nederlands Openluchtmuseum in Arnhem en wilde iets soortgelijks om de verdwijnende Zuiderzeecultuur te laten zien. Levensecht. Zelfs is er een plan geweest om gezinnen uit Urk, Marken en andere plaatsen over te planten naar het museum. Daar moesten ze rondscharrelen in en om hun huis. Als bezienswaardigheid in een reservaat. Het is er niet van gekomen. Medewerkers in het museumdorp laten nu het leven van vroeger zien en meebeleven.

Onderhoud

Over nog eens 75 jaar moet het museum er eigenlijk nog net zo uitzien als nu, vindt Stephan Warnik, directeur sinds 2011. „Wij hebben de opdracht deze unieke collectie te bewaren.” Dat gaat niet vanzelf; verval slaat snel toe. „Het is hard werken om alles te houden zoals het is, zeker als dingen in de buitenlucht staan.”

Intussen gaat het in het museum niet alleen over vroeger, vindt Warnik. „We kunnen voor de toekomst leren van hoe de mensen samenleefden en samenwerkten, hoe ze hun voedsel afstemden op de seizoenen, hoe ze kleding doorgaven.” Zuinigheid en hergebruik. „Het belang van een museum als dit groeit dus alleen maar.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer