Plaagmier kan hele woonwijk teisteren
Mieren kunnen voor veel overlast en ergernis zorgen. Exoten zijn in staat een hele woonwijk te teisteren. Toch zijn de zespoters niet alleen maar lastig.
Het beeld is bekend. Na een paar dagen van afwezigheid van de bewoners marcheren mieren massaal door de keuken. In optocht. Heen en terug. Via dezelfde marsroute. Bij voorkeur richting afwasmachine met nog wat achtergebleven etensresten.
Vele mieren kunnen huishouden onder het terras of de oprit. Honderden, duizenden. In een mum van tijd creëren de kleine beestjes een doolhof aan gangen, werken zand naar buiten en laten een stoep verzakken.
Alleseters
Mieren zijn echter niet alleen maar lastig. „Ze zijn enorme opruimers, goed voor het ecosysteem”, zegt insectenspecialist Jitte Groothuis van EIS Kenniscentrum Insecten. „Mieren werken alles weg wat dood in de tuin ligt.”
Mieren komen bijna overal voor in de natuur, behalve op de Noord- en Zuidpool. De sociale wezentjes leven altijd bij elkaar, in een mierennest of -hoop. Een koningin regeert de kolonie van werksters, mannetjes en onvruchtbare vrouwtjes.
Nederland telt maar liefst 105 miersoorten, waarvan 69 inheems. Zwart, geel, bruin, rood, goud- of zilverkleurig. De meest voorkomende in Nederland zijn de wegmier, de zwarte zaadmier en de steekmier; deze nestelen zich in kolonies op pakweg 2 vierkante meter.
Ergernis
Niet iedereen is echter even dol op mieren, zeker niet als de warme lentedagen of zomerdagen weer aanbreken en de dieren over hapjes, drankjes én mensen krioelen. De ergernis is vaak groot, zeker als ze de keuken betreden.
Ongediertebestrijder David Buikhuizen uit Neerrijnen –zestien jaar in het vak– is dit seizoen al een keer of twaalf uitgerukt in de Betuwe voor hardnekkige mierenoverlast. „Als het uit de klauwen loopt, schakelen mensen ons in.”
De overlast door mieren blijft ongeveer op hetzelfde niveau, schatten Groothuis en Buikhuizen. Harde data ontbreken. Beide specialisten wijzen erop dat mieren zich in deze tijd van het jaar weer volop manifesteren. „Vaste prik.”
Draaigatje
Exotische soorten als de plaagmier en het mediterraan draaigatje zijn in staat danige overlast te veroorzaken. Deze kunnen een „hele straat” teisteren, zegt ongediertebestrijder Buikhuizen. Of een „hele woonwijk”, vult mierenspecialist Groothuis aan.
Reden is dat kolonies van deze miersoorten meerdere koninginnen bevatten. Het doden van alle koninginnen is het lastige, ultieme doel bij de mierenbestrijding. Als de koningin doodgaat, komen er geen nieuwe mieren bij.
De toename van de plaagmier en het draaigatje is te wijten aan menselijk handelen. De exotische miersoorten komen Nederland binnen via pot- en kuipplanten uit Azië of het Middellandse Zeegebied. „Consumenten doen er goed aan potten te controleren”, adviseert Groothuis. „Niets houdt de mieren tegen om met een paar koninginnen in de kluit van een simpele lokaal gekweekte tuinplant te kruipen. Elke pot is dus verdacht.”
Klimaatverandering
Klimaatverandering speelt nauwelijks een rol in een eventuele toename van het aantal mieren, stelt insectenbestrijder Buikhuizen. Mierenspecialist Groothuis vermoedt wel enige invloed, maar beschikt niet over harde gegevens. „Door klimaatverandering en verstening door betegeling van tuinen stijgt de temperatuur in steden. Daardoor kunnen exotische soorten goed gedijen en hun opmars kunnen voortzetten.”
Laat mieren zoveel mogelijk ongemoeid, zegt Groothuis van EIS. „Voorkom dat ze zich in de tuin nestelen, ruim etensresten op en zorg dat eten luchtdicht is afgesloten. Mieren kunnen namelijk heel goed ruiken.”
Overlast is overigens subjectief, stelt de deskundige. „Mensen ervaren zelden overlast als een mier over hun terras loopt. Als ik overal hoopjes zand op straat zie verschijnen, denk ik: mooi, de mieren zijn weer actief. Komen ze vaak je huis binnen, ja, dan heb je een legitieme reden om in actie te komen.”
Stuivers
Bestrijdingsmiddelen daarvoor variëren van gifkorrels en spuitbussen tot mierenlokdozen en middeltjes uit grootmoederstijd. De meningen over de laatste categorie lopen uiteen. „Leg stuivers neer”, adviseert insectenbestrijder Buikhuizen. „Daar komt geen mier langsheen.” Insectenspecialist Groothuis is daarvan nog niet zo zeker. „Ik geloof niet in het leggen van stuivers of het trekken van krijtstrepen. Een mier die honger heeft, dringt overal doorheen.”
Een simpel, effectief middel is kokend water, stelt Groothuis. „Met herhaaldelijk gieten kun je een kolonie wegkrijgen of terugdringen. Het voordeel daarvan is dat je geen gif gebruikt.”
Broekhuizen adviseert bij hardnekkige overlast inzet van een vakman. De ongediertebestrijder is niet overtuigd van de effectiviteit van kokend water of gifkorrels, omdat deze alleen de buitenkant van een kolonie bereiken. „Het doel is juist de koningin dood te maken. Huis-tuin-en-keukenmiddeltjes maken alleen de werkers kapot die erop uit moeten. Zijn die dood, dan komt er wel weer een nieuwe lading werkers.”