Van der Burg baalt van uitstel behandeling spreidingswet
Dat de Tweede Kamer de behandeling van de spreidingswet deze week heeft uitgesteld is „balen” maar dat valt het parlement niet te verwijten, vindt staatssecretaris Eric van der Burg (Asielzaken). Ter voorbereiding van de behandeling wilde de Tweede Kamer donderdag een rondetafelgesprek houden. Maar deze is op verzoek van Kamerleden uitgesteld tot zeker volgende week en waarschijnlijk later omdat de verdere uitwerking van de wet nog niet af is.
De staatssecretaris legt de schuld vooral bij het kabinet en dus ook zichzelf. Hij had alle wetgeving uiterlijk 17 mei naar de Kamer willen sturen en het is nu al anderhalve week later. De spreidingswet heeft hij al ingediend, maar nog niet de daarbij horende Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB). Hierin wordt onder meer opgeschreven hoeveel bonus gemeenten krijgen als ze extra asielzoekers opnemen. Het valt te verwachten dat in deze maatregel ook wordt opgenomen dat gemeenten worden gedwongen asielzoekers op te nemen als ze dat niet vrijwillig doen.
Die dwang ligt vooral gevoelig bij de grootste regeringspartij VVD. Dat is een van de redenen waarom een compromis over de spreidingswet afgelopen zomer lang op zich liet wachten. Van der Burg wil niet kwijt hoe de meningen over de wet verschillen in het kabinet of de coalitiepartijen. Wel geeft hij toe dat deze kwestie het gevoeligste punt is.
De AMvB zal vrijdag worden besproken in de ministerraad. Donderdag zei de staatssecretaris dat die op zijn vroegst over een week zal worden vastgesteld.
Afgelopen week moesten sommige asielzoekers in Ter Apel noodgedwongen op stoelen slapen omdat er geen bedden beschikbaar waren. „Het piept en het kraakt”, zegt Van der Burg hierover. Hij is erop gebrand dat mensen niet op het gras moeten slapen, zoals vorige zomer het geval was. Tot en met het weekend is het waarschijnlijk rustig, verwacht de staatssecretaris.
„Ik vind dat we als samenleving echt te veel op het bordje van Ter Apel hebben gelegd”, zegt de bewindsman, die het oneerlijk vindt dat het probleem bij het Groningse dorp ligt als er onvoldoende opvangplekken zijn.