Kerk & religie

„De enige opdracht die ik heb, is trouw te zijn”

Na Pinksteren verspreidt het Evangelie zich over de wereld. Cijfers geven jaarlijks een beeld van hoeveel volken zijn bereikt. Maar hoe is het om zelf op het zendingsveld actief te zijn? Jenita vertelt over haar ervaringen.

25 May 2023 15:24Gewijzigd op 6 April 2024 12:09
Jenita is alfabetiseringswerker bij Wycliffe Bijbelvertalers. beeld Wycliffe
Jenita is alfabetiseringswerker bij Wycliffe Bijbelvertalers. beeld Wycliffe

In de nieuwbouwwoning van haar ouders doet Jenita, die om veiligheidsredenen alleen met haar voornaam in de krant wil, haar verhaal. Halverwege april is ze naar Nederland gekomen voor een verlofperiode van drie maanden. De zendelinge moet nog wennen aan de temperatuur in haar geboorteland. In Thailand, het land waar Jenita als alfabetiseringswerker voor Wycliffe Bijbelvertalers werkt, ligt de temperatuur een stuk hoger. Het is daar in deze maanden gemiddeld tussen de dertig en veertig graden.

Het is januari 2016 als Jenita door de gereformeerde gemeente in Doetinchem, waar ze bij aangesloten is, wordt uitgezonden om voor Wycliffe Bijbelvertalers in Zuidoost-Azië te werken. Daar gaat de voormalige leerkracht aan de slag als alfabetiseringswerker in een trainingscentrum. Met het team waarin ze werkt, richt ze zich op de landen in de regio van Thailand.

U bent zeven jaar geleden uitgezonden. Wat ging er aan die uitzending vooraf?

19345867.JPG
Jenita is alfabetiseringswerker bij Wycliffe Bijbelvertalers. beeld Wycliffe
„Ik werkte als leerkracht op een basisschool in Doetinchem. Hoewel ik het daar goed naar mijn zin had, was ik op zoek naar een andere school. Ik zag een oproep voor een onderwijsvrijwilliger in een Nederlands zendingsgezin in Thailand. Het leek mij mooi om hen te helpen, al had ik niet het idee om voor een langere periode de zending in te gaan.

In Thailand ontdekte ik dat veel mensen nog nooit van Jezus gehoord hebben. Er kwamen tieners bij mij aan huis om spelletjes te spelen. ’s Avonds wordt het snel donker in Thailand. Deze jongeren waren doodsbang voor de duisternis en durfden niet alleen naar huis te gaan, omdat ze bang zijn voor boze geesten. Die angst raakte me, vooral omdat ik besefte dat deze jongeren Jezus niet kennen.

Kijk, in Nederland zijn er ook veel mensen die niet in God geloven, maar zij kunnen allemaal een kerk of een christen in de buurt vinden. Of er is een Bijbel beschikbaar die ze kunnen lezen en begrijpen. In Thailand is dat niet het geval, omdat er zo weinig christenen wonen. Ook al zou iemand meer over het christendom willen weten, dan is het nog heel moeilijk om christenen te vinden die daarover kunnen vertellen.”

In Thailand ontstaat bij Jenita het verlangen om iets in de zending te gaan doen. „Ik maakte daar kennis met vluchtelingen uit landen in de regio. Gaandeweg ontstond het verlangen om mensen uit die gebieden te gaan dienen.”

In Nederland informeert Jenita bij verschillende organisaties of ze uitgezonden kan worden naar deze regio in Zuidoost-Azië. Er zijn echter niet veel organisaties daar actief. Jenita gaat weer als leerkracht werken, maar het verlangen naar een uitzending blijft.

Een diaken van haar gemeente wijst haar op Wycliffe Bijbelvertalers. Er vindt een gesprek met de organisatie plaats, waarna Jenita wordt aangenomen. Ze volgt een opleiding taalwetenschappen en wordt door Wycliffe Bijbelvertalers en haar thuisgemeente als alfabetiseringswerker uitgezonden naar Zuidoost-Azië.

Hoe ziet uw werk in Thailand eruit?

„In de landen waar wij werken, worden veel talen gesproken. Een aantal taalgroepen heeft een alfabet, maar veel kleine groepen hebben dat niet. Als mensen uit die taalgroep tot geloof komen, ontdekken ze dat ze niet uit de Bijbel kunnen lezen. Wycliffe Bijbelvertalers krijgt vervolgens de vraag of er een alfabetiseringsproject gestart kan worden. Er volgt dan eerst een onderzoek of de taal van die groep nog levend is. Als de taal nauwelijks meer gesproken wordt, is die de moeite van het op schrift stellen niet waard. Als de taal levend is, onderzoekt een taalwetenschapper met lokale mensen welke klanken de taal heeft en hoe dat op schrift gesteld kan worden. Als er een alfabet ontwikkeld is, is het de taak van ons team om een aantal lokale mensen te onderwijzen in hun taal. We helpen hen bij het ontwikkelen van leer- en leesboeken en trainen onderwijsvrijwilligers. Meestal duurt zo’n proces twee tot drie jaar. Daarna begint pas het echte Bijbelvertaalwerk, maar dat doen andere collega’s uit ons team. Uiteindelijk kan het wel tien tot vijftien jaar duren voordat er een Nieuwe Testament klaar is.”

Hoe was het om als Nederlandse in een Thaise stad te gaan wonen?

„Thailand is behoorlijk westers, maar toch heb ik er flink moeten wennen. De huizen lijken wel op de huizen in Nederland, maar in Thailand is er bijvoorbeeld in plaats van een kerk een tempel in de wijk. Iedere morgen zie ik monniken door de straat lopen. Nederland kent christelijke feestdagen, maar de nationale feestdagen in Thailand zijn allemaal gerelateerd aan het boeddhisme.

Ik ben de enige Nederlander in ons team, dat uit zo’n twintig mensen bestaat. In het begin kostte het me best veel moeite om alleen maar Engels te spreken met ons team. Maar toen ik afgelopen zomer na een trouwdag van mijn zus weer terugvloog naar Thailand, dacht ik: ik ga naar huis. Het heeft wel lang geduurd voordat ik me daar thuis voelde, maar inmiddels zie ik mijn collega’s een beetje als familieleden. En ik heb met mensen uit de stad een band opgebouwd. De Heere heeft mij naar deze plaats geroepen en daardoor voel ik mij daar ook op mijn plek.”

En toen brak de coronacrisis uit. Hoe was dat?

„De grenzen van Thailand gingen dicht, daardoor konden we geen mensen uit andere landen in de regio trainen. Het was lastig dat we niet wisten hoelang de coronacrisis zou duren. Eerst dachten we dat het bij zes weken zou blijven, maar uiteindelijk duurde het drie jaar voordat de grensovergang in onze stad openging. Als team hebben we geprobeerd ons werk online voort te zetten, al lukte dat niet altijd.

Ik vond het moeilijk om de situatie te accepteren. Doordat de grenzen gesloten waren, kon ik niet naar andere landen reizen om de resultaten van ons werk te zien. Ik twijfelde weleens: is dit het dan? Je plant je week vol, maar uiteindelijk kun je maar één dag in de week doen wat je van plan was. Ik herinner me dat iemand in die tijd tegen mij zei: „Is je roeping dan veranderd? De Heere heeft je nooit succes beloofd, maar je wel opgedragen om trouw te zijn op je plek.” Trouw zijn kan er in verschillende tijden anders uitzien. De Heere heeft mij niet geroepen om wie ik zelf ben. Ik ben niet belangrijk. De enige opdracht die ik heb, is trouw zijn.”

Hoe zag dat ”trouw zijn” er in de coronacrisis uit?

„Tijdens die periode leerde ik meer mensen in mijn woonplaats kennen. Met een aantal vrienden zamelden we geld in voor de allerarmsten. Soms kregen we dan de vraag: „Waarom doen jullie dit?” Dan hadden we de mogelijkheid om iets uit de Bijbel te vertellen. Een aantal mensen was ontvankelijk voor die boodschap, al ging daar veel tijd overheen.

Aan een arm, boeddhistisch gezin vertelden we het Evangelie. Zij zijn tot geloof gekomen. De vader van dit gezin was eerst alcoholist, maar nu drinkt hij geen druppel alcohol meer. Het echtpaar is veel rustiger en behulpzamer geworden. Vorig jaar zijn ze gedoopt. Ik vind dat nog steeds heel bijzonder. Je bent aardig tegen mensen, vertelt hun iets over je geloof –soms niet eens gepland– en de Heere gebruikt dat.”

Zijn er gedeelten in het gebied waarin u werkt nog niet bereikt met het Evangelie?

„Ja, in zekere zin kun je dat wel zeggen. Er zijn groepen die nog nooit van het Evangelie gehoord hebben. Zij wonen geïsoleerd en vaak hebben zij geen of bijna geen christenen in hun buurt.

Er zijn meerdere taalgroepen die gebaat zouden zijn bij het op schrift stellen van hun taal. Deze groepen zijn redelijk groot, maar kennen nu alleen nog een gesproken taal. We bidden ervoor en wachten erop dat er meer christenen komen in zo’n groep, zodat ook zij graag de Bijbel willen lezen en we ook met hen een project kunnen starten.

We beginnen een nieuw project, als een kerk om hulp vraagt. Andere organisaties hebben een andere werkwijze en wachten daar niet op, en dat kan ook goed zijn, maar omdat wij al werk genoeg hebben doen wij het zo.

Zondag is het Pinksteren, het feest dat het begin van de zending markeert. Hoe beleeft u dat?

„Voor mij heeft het bijzondere waarde. Met Pinksteren denken we eraan dat in Jeruzalem even alle taalbarrières wegvielen. Dat is zo bijzonder. In Openbaring lees ik ook dat er mensen van alle talen en natiën in de hemel zullen zijn. Terwijl ik in mijn werk nu nog zie dat taal echt een barrière kan zijn in het doorgeven van het Evangelie en het begrijpen van de Bijbel. Hoewel ik de taal van het land waarvoor ik werk nu een beetje spreek, is het nog steeds lastig voor mij om duidelijk uit te leggen wat de Bijbel zegt. Zo ondervind ik aan den lijve dat taal een barrière is in het Evangelisatiewerk. Toch werkt God daar doorheen. God kan mij gebruiken, ook als ik in een bepaalde taal alleen maar kan stamelen wat de Bijbel zegt. Dat biedt mij troost. Uiteindelijk zorgt Hij ervoor dat er vanuit elke taalgroep mensen in de hemel zullen zijn. Ik weet soms niet hoe, maar God weet het wel. Hij zal zorgen.”

Meer over
Pinksteren

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer