Andrews uit zijn zorgen dat de krijgsmacht „ondanks het overweldigende bewijs” dat er ernstige misdaden gepleegd zijn tegen de bevolking nog altijd aan wapentuig kan komen. Er worden volgens hem onder meer geavanceerde wapensystemen geleverd, maar ook spullen waarmee zelf wapens kunnen worden gemaakt. „Zij die deze wapens leveren, ontwijken sancties door bedrijven als dekmantel te gebruiken en nieuwe bedrijven op te richten, ervan uitgaande dat de wetshandhaving ontoereikend is.”

Andrews zegt dat Rusland voor omgerekend bijna 370 miljoen euro aan wapens heeft geleverd en China voor 240 miljoen. Wapenhandelaren in Singapore zouden een centrale rol spelen in de wapenfabrieken en daarvoor gebruikmaken van Singaporese banken. Dat land kan de leveringen volgens de rapporteur „aanzienlijk verstoren”.

„De krijgsmacht van Myanmar en zijn wapenleveranciers maken gebruik van de mazen in het systeem”, zegt Andrews over zijn onderzoek. „Dat is omdat het toezicht op de naleving van de sancties ontoereikend is en omdat wapenhandelaars met banden met de junta in staat waren om brievenbusfirma’s op te richten om ze te ontwijken.” Hij vindt dat landen veel harder moeten optreden.