De WMO denkt dat er tot en met 2027 zo’n 66 procent kans is dat een van die jaren de gemiddelde temperatuur 1,5 graden hoger is dan voor het industriële tijdperk. Een jaar geleden schatte de koepelorganisatie van de Verenigde Naties die kans op bijna 50 procent. De WMO is gespecialiseerd in weer, klimaat en water en signaleert dit risico in de jaarlijkse wereldwijde klimaatupdate.

Als een van de komende jaren 1,5 graden warmer is, hoeft dat niet te betekenen dat deze grens voor altijd is overschreden, benadrukt WMO-chef Petteri Taalas. „De WMO trekt echter wel aan de bel: we zullen de grens van 1,5 graden steeds vaker overschrijden.” Volgens een wetenschapper van het Britse weer- en klimaatbureau Met Office zullen de wereldwijde temperaturen blijven stijgen, „waardoor we steeds verder weg raken van het klimaat waaraan we gewend zijn”.

Wat bijdraagt aan de opwarming is dat het natuurverschijnsel La Niña eind maart eindigde. Daarmee neemt het verkoelende effect op de Stille Oceaan af, terwijl dit de afgelopen drie jaar de opwarming juist enigszins in toom hield, aldus de WMO. Naar verwachting komt het ‘broertje’ van het natuurverschijnsel binnenkort om de hoek kijken, genaamd El Niño. Daarmee warmt het water juist op, wat in 2024 voor warmere temperaturen kan zorgen, schrijft de WMO in de klimaatupdate.

In 2016 zorgden de uitgestoten broeikasgassen en een uitzonderlijk sterke El Niño ook voor een temperatuurrecord. Volgens de WMO is er een kans van 98 procent dat die temperaturen aankomende vijf jaar hoger zijn en het record wordt verbroken.